Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd184. Andere protestantse auteursaant.Rondom het maandblad Opwaartsche Wegen hebben verscheidene schrijvers zich gegroepeerd. Velen van hen ontwikkelden zich, sinds het groepsverband verdwenen is, op zelfstandige wijze. roel houwink [geb. 1899] behoorde aanvankelijk tot de groep van de Vrije Bladen. Zijn Hesperiden [1925] zijn zacht en weemoedig van toon. Ofschoon zijn latere, godsdienstige poëzie geen stijging vertoont, had hij als criticus enkele jaren de leiding. h. de bruin [1899-1947], publiceerde een bundel strakke verzen Het ingekimde land [1932], een goed geschreven roman Wat blijft | |
[pagina 219]
| |
[1934] en een novelle Schalm en scharnier. Een fraaie episch-dramatische bewerking van het boek Job zag in 1945 het licht. jan h. de groot [geb. 1901] is de dichter van breedsprakige verzen, die zich soms concentreren tot poëzie [Vaart, 1931; Botsing, 1938]; zijn verzetsgedichten, deels geschreven in de gevangenis, zijn gebundeld als Moederkoren [1946]. De gedichten van w.a.p. smit [geb. 1903] sluiten aan bij de zeventiende-eeuwse traditie: Feesten van het jaar [1927]. Ze ontstonden in dezelfde tijd dat Smit zijn proefschrift over Revius schreef. De bundel Dagboek onder het Kruis, in de bezettingstijd heimelijk gedrukt onder de schuilnaam evert j. pot, behoort tot de beste ‘actuele’ lyriek die toentertijd verschenen is. Ook Stedetroost, over Huygens en over het geschonden 's-Gravenhage, is aanvankelijk clandestien uitgegeven. Prof. Smit ontwikkelde zich tot een vooraanstaand literatuur-historicus: Van Pascha tot Noah [1956]. w. hessels [pseud. voor H.A. Mulder; 1906-1949] maakte blijkens zijn dichtwerk, dat gebundeld werd onder de passende titel Con sordino [1949], een merkwaardige ontwikkeling door van traditioneel calvinisme naar moderne twijfel en agnosticisme. Hij ontwikkelde zich in Zuid-Afrika tot een invloedrijk criticus. muus jacobse [pseud. voor prof. dr. k. heeroma, geb. 1909] publiceerde o.a. de dichtbundels: Programma [1932], De doortocht [1936], Tussen de bedrijven [1938]. Van belang, mede om de inleiding, zijn de door hem samengestelde bloemlezingen van de protestantse dichters: Het derde réveil [1934] en Reünie [1939]. Bij h.m. van randwijk [geb. 1909] is het calvinisme een verontrustende overtuiging, een eis tot sociale gerechtigheid: Op verbeurd gebied [1934]. Zijn roman Burgers in nood [1936] is gegroeid uit de tragiek van de werkeloosheid. Een zoon begraaft zijn vader [1939], stelt het traditionele calvinisme tegenover een zakelijke levenshouding, waarvan het tekort evenzeer voelbaar wordt gemaakt. Belangrijk proza van orthodox-protestantse sfeer is voorts afkomstig van j.k. van eerbeek [pseud. voor m. boss, 1898-1937]: Gesloten grenzen; Strooschippers; Beumer en Co. en van jan h. eekhout [geb. 1900]: De boer zonder God [1933]. Een buitengewone populariteit verwierf anne de vries [1899-1964] met zijn roman over het vroegwijze Drentse jongetje Bartje, welk succes bestendigd bleef bij Hilde [1938] en Bartje zoekt het geluk [1939]. |
|