Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 217]
| |
182. Gerrit Achterberg [1905-1962]aant.Levensloop: Geboren te Langbroek. Jaren van psychische ziekte. Woonachtig te Leusden. Uitsluitend werkzaam als dichter. In 1950 als eerste dichter bekroond met de P.C. Hooft-prijs. Achterberg is naar veler overtuiging de grootste, en in ieder geval de bijzonderste dichter van zijn generatie. In zijn dichterlijke stijl, die niet beschrijvend maar onmiddellijk oproepend en bezwerend is, treft een zeker expressionisme, vooral in de even ongewone als suggestieve beeldspraak. Een groot deel van zijn werk wordt beheerst door éen dwingend motief: de verhouding van liefde en dood. Gehele bundels bevatten nauwelijks iets anders dan telkens herhaalde pogingen om het verleden weer tot werkelijkheid te roepen, en de gestorven geliefde door de magische kracht van het dichterlijke woord te doen herleven. Uit alle moderne wetenschappen en technieken haalt Achterberg de vergelijkingen om deze speciale verhouding van liefde en dood tot uitdrukking te brengen, en te getuigen van zijn volstrekt geloof in het reddende wonder. De eerste bundel: Afvaart [1931] bracht nog niet het overtuigende bewijs van een persoonlijk dichterschap, al bewees deze poëzie wel hoe onafhankelijk de dichter stond temidden van zijn geestverwanten uit de kring van ‘Opwaartsche Wegen’. Met Eiland der ziel [1939] begint een nieuwe, uiterst produktieve en belangwekkende periode, die talrijke bundels heeft voortgebracht met karakteristieke titels als Thebe; Sintels; Limiet; Radar; Energie; Doornroosje; Sneeuwwitje e.a. Bekroond werd: En Jezus schreef in 't zand [1947]. In de latere jaren heeft Achterbergs werk een zekere wijziging ondergaan, doordat hij ook ‘gewoner’ onderwerpen koos. Soms is zijn woordkeus speels, soms ironisch of sarcastisch. Het toenemen van de sonnetvorm en de daarmee gepaard gaande strakkere stijl wijzen erop dat het expressionistische element verzwakt en het meer klassieke toeneemt: Mascotte [1950]; Spel van de wilde jacht (1957); Vergeetboek [1961]. Van zijn vier verzamelbundels: Cryptogamen geven de eerste door hun samenstelling geen juiste indruk van Achterbergs dichterlijke ontwikkelingsgang. |
|