Schets van de Nederlandse letterkunde

156. Victor E. van Vriesland [geb. 1892]aant.

Levensloop: Geboren te Haarlem; bezocht het gymnasium te Den Haag; ontving privaatlessen van Dèr Mouw; studeerde in 1913-1914 te Dijon Frans. Van 1931-1938 kunstredacteur van de N.R.C. Voorzitter van de p.e.n.-club. Eredoctor van de Leidse Universiteit, 1954. P.C. Hooftprijs in 1961.

Na op jonge leeftijd in de Nieuwe Gids te hebben gedebuteerd, heeft Van Vriesland jarenlang aan verschillende tijdschriften meegewerkt, maar eerst laat werd een keuze uit zijn gedichten uitgegeven in twee bundeltjes: Voorwaardelijk uitzicht [1929]; Herhalingsoefeningen [1935]. Deze poëzie is het werk van een gevoelige en wijsgerige natuur die een voorkeur toont voor het zakelijke woord. In 1946 verscheen zijn derde bundel: Vooronderzoek. Deze poëzie is verzameld als: Drievoudig Verweer [1949].

Zijn enige roman: Het afscheid van de wereld in drie dagen [1926], is een al te uitvoerige psychologische ontleding in te lyrische taal; in 1936 is hiervan een door de auteur bekorte herdruk verschenen. Onder de titel Spiegel van de Nederlandse poëzie stelde hij een omvangrijke bloemlezing in drie delen samen. Zijn kritieken, gebundeld in twee delen Onderzoek en vertoog [1958], geven een belangwekkend inzicht in de ontwikkeling tussen 1920 en 1940.