Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 182]
| |
146. Felix Timmermans [1886-1947]aant.Levensloop: Geboren en opgevoed te Lier. Autodidact. Schrijversloopbaan in zijn vaderstad. Tevens tekenaar en schilder. Timmermans was éen van de meest gelezen vertellers in Vlaanderen. Midden in de sombere oorlogstijd werd hij plotseling bekend door Pallieter [uitgegeven te Amsterdam in 1916], een boek vol uitbundige levenslust en onbezorgd natuurgenot, nog vóor de oorlog verschenen in de Nieuwe Gids. Het vormt een scherpe tegenstelling met de voorafgaande, somber gestemde Schemeringen van den dood [1910]. In middeleeuws-naieve trant schilderde hij vrome taferelen in Het Kindeken Jezus in Vlaanderen [1917], dat gevolgd werd door het fijn-gevoelde boekje De zeer schoone uren van juffrouw Symforosa [1918], spelend in de vertrouwde Lierse omgeving. De roman Anna-Marie [1921] is geplaatst in de pruikentijd; De Pastoor uit den Bloeyenden Wijngaerdt [1924] behandelt een zielsconflict. Na een reeks kleinere schetsen, ten dele door hem zelf geïllustreerd, publiceerde hij een tweetal werken van historische aard: Pieter Bruegel [1928] en De harp van Sint-Franciscus [1932, na een reis naar Italië], die beide zwak bleven, ondanks de poging om de karaktertekening te verdiepen. Een verrassing bracht evenwel zijn Boerenpsalm [1935], een treffende, levensechte schildering van de Vlaamse boer, en in zoverre een sombere tegenhanger van zijn optimistische Pallieter. De nagelaten historische roman Adriaan Brouwer geeft een fantastisch verhaal van het leven van deze zeventiende-eeuwse schilder. |
|