Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd147. Ernest Claes [geb. 1885]aant.Levensloop: Geboren te Zichem. Studeerde te Leuven Germaanse filologie; promoveerde aldaar op een dissertatie over Potgieter. Ambtenaar aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers. In de eerste wereldoorlog krijgsgevangene in Duitsland. In het werk van Ernest Claes treft een zekere goedaardige humor, die meer de typering en de situaties van zijn hoofdpersonen dan de stijl betreft. Zijn verhaal van kwajongensstreken De Witte [1920] dankt daaraan z'n populariteit. Wranger en minder oppervlakkig is de novelle over een handige oorlogswoekeraar De vulgaire geschiedenis van Charelke Dop [1924]. In talrijke novellen en romans, volgens de negentiende-eeuwse traditie wisselende van | |
[pagina 183]
| |
olijk tot sentimenteel, heeft Ernest Claes zijn talent van boeiend verteller, eenvoudig beschrijver, en gemoedelijk mensenkenner bewezen. Zijn werk, overwegend geïnspireerd door herinneringen aan zijn eenvoudige geboortestreek, wordt niet door hevige hartstochten of moderne sociale en psychologische problemen verontrust. Na reeds in 1919 novellen met autobiografische inslag te hebben gepubliceerd [Bei uns in Deutschland], gaf Ernest Claes zijn levensherinneringen in Jeugd [1940] en De oude klok [1947]. |
|