Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 180]
| |
144. De Boomgaardaant.Hoewel het maandblad De Boomgaard maar twee jaargangen heeft beleefd [nov. 1909-dec. 1911], is het van belang omdat het in Vlaanderen het verzet belichaamde tegen het provincialisme en de verheerlijking van het boerenleven in de literatuur. Onder leiding van de jonge redactiesecretaris andre de ridder [1888-1961] streefde het blad naar een kunst om de kunst, in vrijzinnige, kosmopolitische, decadente geest en met geen ander criterium dan de schoonheid. In principe werd het levensbeschouwelijke of politieke niet verworpen, mits het maar ondergeschikt bleef aan het esthetische. Deze opvatting, van katholieke zijde afgewezen en bestreden, bleek in de praktijk moeilijk vol te houden. De Boomgaard zocht aansluiting bij enkele ouderen en wijdde een geheel nummer aan Teirlinck, aan Van de Woestijne, aan Buysse; dit laatste toen Buysse door een vooringenomen jury moedwillig gepasseerd was bij de toekenning van de vijfjaarlijkse literaire staatsprijs. Vooral de buitenlandse letteren werden besproken en aangeprezen om te tonen hoe groot de achterstand in Vlaanderen was. Behalve door André de Ridder is dit gedaan door paul kenis [1885-1934], die zich later ontwikkeld heeft als auteur van historische romans en biografieën [Het leven van Meester François Villon; 1928]. De belangrijkste publikaties van André de Ridder zijn de ironische Gesprekken met den wijzen jongeling [1910] en enkele biografieën o.a. over Ninon de Lenclos [1917]. Zijn werk van na 1920 is voornamelijk in het Frans geschreven. Tot de groep van De Boomgaard behoort ook de dichter firmin van hecke [1884-1961], wiens beheerste en vaak wat traditioneel aandoende poëzie geïnspireerd is door de moderne twijfel inzake de overgeleverde vastheden omtrent leven en dood, en door de moedige aanvaarding van de wijsgerige onzekerheid. Ofschoon na korte tijd opgeheven wegens geldgebrek en te geringe belangstelling, heeft De Boomgaard een invloed uitgeoefend die ook door het uitbreken van de eerste wereldoorlog niet geheel ongedaan is gemaakt. Zowel in Ruimte als in 't Fonteintje vindt men bepaalde elementen, met name het vrijzinnige en het kosmopolitische, terug. |
|