Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 178]
| |
141. J. Greshoff [geb. 1888]aant.Levensloop: Geboren te Nieuw-Helvoet. Na middelbaar onderwijs journalist. Voorliefde voor bibliofiel drukwerk. Jarenlang woonachtig te Arnhem, later in Schaarbeek [Brussel]; sedert voorjaar 1939 in Zuid-Afrika, tijdelijk ook op Java en in de u.s.a. Literair criticus aan Het Vaderland. De beide bundels Aan den verlaten vijver [1909] en Door mijn open venster [1910], die de eerste tijd van Greshoffs poëzie omvatten, tonen een romantisch-melancholisch man, die een welluidend maar nog niet geheel eigen vers weet te schrijven. Toen in 1924, na een tijd van sterk verminderde produktie, Greshoff opnieuw als dichter van zich liet horen, was er in zijn poëzie een zekere wijziging gekomen, die binnen weinige jaren leidde tot een principiële wending. De bundel Aardsch en hemelsch [1926] typeert de beide polen van Greshoffs wezen. Had tot die tijd het ‘hemelse’: d.i. romantisch verlangen, wijsgerig-religieuze gerichtheid, droefheid om de menselijke tekorten, de overhand gehad, nu won het ‘aardse’: levensaanvaarding, alledaags geluk, verdediging van de onafhankelijke persoonlijkheid. De taal van zijn gedichten wordt pratend, er komt een nuchtere geestigheid die het volkswoord kiest als welbewuste ontluistering van de verfijnde poëzie. Algemene erkenning bracht de verzamelbundel Gedichten [1934] onder het karakteristieke motto, ontleend aan Beets: ‘Geen orgeltoon, maar uw persoon!’ In 1938 verscheen het lyrische leerdicht Ikaros bekeerd. Een nieuw hoogtepunt werd de bundel: De laatste dingen [1958]. Greshoff, die in zijn grilligheid van voorkeur toch zichzelf trouw blijft, heeft als redacteur van Groot Nederland veel gedaan voor de literatuur der jongeren. Als criticus en essayist is hij minder belangrijk dan als dichter. Niettemin is hij ook in proza, zoals de geestige bundel Rebuten [1936], geheel zichzelf. Tijdens de tweede wereldoorlog deed Greshoff veel voor de Nederlandse literatuur in Engeland en Amerika. Van hem verscheen toen o.a. Het spel der spelen [1944]. Literaire herinneringen en beschouwingen zijn uitgegeven onder de titels: Volière [1956] en Menagerie [1958]. |
|