Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 170]
| |
131. P.H. van Moerkerken [1877-1951]aant.Levensloop: Geboren te Middelburg; gymnasium te Utrecht, studeerde daar, en promoveerde er in 1904. Schilderles van A.J. Der Kinderen. Leraar Nederlands te Haarlem, tot 1926. Sinds 1921 hoogleraar aan de Rijks-Academie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam. De romans van de kunsthistoricus P.H. van Moerkerken Jr. zetten in zeer persoonlijke vorm de traditie voort van de 19de-eeuwse historische roman. Geen visionair beeld geeft hij, maar een nauwkeurig gedocumenteerde schildering van verschillende tijdvakken uit het verleden. Wel ligt aan het meeste van zijn werk een gedachte ten grondslag, nl. de eeuwige drang der mensheid naar vrijheid, rechtvaardigheid en geluk, maar deze algemene strekking blijkt alleen uit de keuze van de onderwerpen; het werk zelf is niet tendentieus. Na een verhaal over de veranderingen in het Gooi, De ondergang van het dorp [1913], en de ironische vertelling van Nederlandse moed in de Franse tijd, De bevrijders [1914], volgde een uitvoerige cyclus onder de titel: De gedachte der tijden [1918-1924]. De wederdopers, de Tachtigjarige oorlog, kerkelijke twisten, staatkundige beroeringen, de Franse revolutie, de Commune van Parijs en andere gebeurtenissen worden uitgebeeld als vormen van eenzelfde wensdroom; daarin ligt de eenheid van deze groots-opgezette en in sobere, zakelijke stijl uitgevoerde reeks. In het epische gedicht De bloedrode planeet [1938] wordt met Keltische sagen-motieven een tragische toekomstverwachting uitgebeeld. |
|