Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd128. Het realistische en psychologische dramaaant.Behalve Emants en Heijermans hebben ook andere schrijvers bijgedragen tot het oorspronkelijke Nederlandse toneel in realistische stijl. Ina Boudier-Bakker publiceerde enkele spelen waarin dezelfde levensconflicten behandeld zijn als in haar romans en die ook plaats vinden in hetzelfde milieu: Verleden (1903); Het hoogste recht (1906). Diepzinnig van psychologische ontleding en knap van bouw en dialoog was het werk van josine a. simons-mees [1863-1948], dat aanvankelijk een zeker succes heeft gehad: De veroveraar (1906); Atie's huwelijk (1907); Een paladijn (1910). Het psychologische genre is ook beoefend door de fijnzinnige stilist frans mijnssen [1872-1954], wiens Tooneelspelen [1906] en Ida Wahl [1920] een kundig vakmanschap en een skeptische mensenkennis verraden. Literair minder belangrijk, maar veel meer geschikt om een groot publiek te boeien waren de realistische en soms nogal sentimentele stukken van de journalist jan fabricius [1871-1964], vooral die welke spelen in de Oost, zoals Dolle Hans [1916]. Begaafder evenwel was de Rotterdamse dichter, prozaïst en dramaturg willem schürmann [1879-1915], die naam maakte met zijn roman De Berkelmans [1906] en wiens toneelstuk De Violiers [1911] lange tijd repertoire hield. Het blijspel was vertegenwoordigd door het werk van herman roelvink [1883-1957], wiens Freuleken [1911] niet onderdoet voor soortgelijk buitenlands ontspanningstoneel. Het naturalistisch drama, in Vlaanderen beoefend door Cyriel Buysse, werd voortgezet door e.w. schmidt (1886-1937), wiens openhartige zedenspelen treffen door een vlotte dialoog en een verantwoorde psychologie: Het kindernummer (1918); Tilly's tribulaties (1921). |
|