Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 140]
| |
101. Jan Hendrik Leopold [1865-1925]aant.Levensloop: Geboren te 's Hertogenbosch. Studie in de klassieke letteren te Leiden. Sedert 1892 leraar aan het gymnasium te Rotterdam. Mede door zijn doofheid vereenzaamd. In dezelfde Nieuwe Gids-aflevering als waarin Henriëtte Roland Holst debuteerde, verschenen ook de eerste gedichten van Leopold: verzen van weemoedige verwondering en overpeinzing. Met grote tussenpozen publiceerde Leopold zijn verdere werk, bijna steeds in de Nieuwe Gids, ook in de jaren dat dit tijdschrift geen leidende positie meer had. Men kan deze poëzie, die meer suggereert dan zegt, vergelijken met de in grijsheid verstilde, geheimzinnige latere schilderkunst van Matthijs Maris. Zo lang Leopold niet anders dan uit tijdschriftafleveringen te kennen was, bleef zijn naam vrijwel onbekend. In 1912 echter bracht Boutens de gepubliceerde gedichten bijeen in een bibliofiele bundel Verzen, waar hij een merkwaardige inleiding voor schreef, die in latere, door Leopold zelf verzorgde drukken niet werd overgenomen. Het afzonderlijk verschenen epische gedicht Cheops [aanvankelijk bijgedragen aan de Nieuwe Gids, 1915] behoort in z'n visionaire dichterlijkheid en wijsgerige berusting tot zijn beste werk. Behalve Spinoza oefende de oud-Perzische mystieke poëzie grote invloed uit op Leopold, die de befaamde kwatrijnen van Omar Khayam bewerkte in Nederlandse verzen van onovertroffen eenvoud en beheersing. Mede door de onbereikbaarheid van deze poëzie, die slechts in kleine en dus ook dure oplagen was uitgegeven, bleef de bewondering voor Leopolds meesterschap tot een kleine kring beperkt. De tweede bundel Verzen [1926], na zijn dood bijeengebracht, vergrootte de roem van deze eenzelvige, zwaarmoedige en overgevoelige dichter, wiens volstrekte zuiverheid steeds breder erkenning heeft gevonden. Zijn beide bundels poëzie, vermeerderd met talloze fragmentarische gedichten, werden in 1935 door Van Eyck bijeengebracht in de bundel Verzamelde verzen, waarvan de latere druk, onder de titel Verzameld werk [1951-1952], behalve nog talrijke onbekende verzen, ook Leopolds beschouwend proza en zijn vertalingen omvat [o.a. Homeros-fragmenten]. |
|