Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd86. Helene Swarth [1859-1941]aant.Levensloop: Geboren te Amsterdam. Op haar zesde jaar naar Brussel, daarna te Mechelen. Franse opvoeding. In 1892 in Den Haag; gehuwd met de schrijver Frits Lapidoth; later gescheiden. Gestorven in Velp. Meer nog dan Pol de Mont is Hélène Swarth een figuur geweest die Zuid- en Noord-Nederland verbond. In België opgevoed, schreef zij haar eerste gedichten in het Frans, en publiceerde deze te Parijs. [Fleurs du rêve; 1879]. Bij de beweging van La Jeune Belgique paste zij echter niet. De Mont won haar voor het Nederlands, maar de invloed van De Musset bleef doorwerken. Haar vroegste bundels [Eenzame bloemen, 1882; Blauwe bloemen, 1884; Beelden en stemmen, 1887; de eerste en derde in Gent uitgegeven] werden met bewondering besproken door Van Deyssel en Kloos. Voor het eerst gaf een vrouw in openhartigheid uiting aan haar gevoelens van liefdesverlangen en liefdesverdriet. Terwijl een | |
[pagina 120]
| |
groot deel van haar werk het karakter van genre-stukjes heeft, bereikte zij in haar beste verzen een ontroerende intensiteit van weemoed. Kloos heeft haar ‘het zingende hart in onze letterkunde’ genoemd. De gedichten uit de aanvangsjaren werden verzameld in twee delen: Poëzie [1892] en Verzen [1893]. Het werk uit haar verdere levensperioden, grotendeels in De Gids en De Nieuwe Gids verschenen, en in talrijke bundels bijeengebracht, heeft niet de kwaliteiten van het voorafgaande. Zij bleef de sonnetvorm vaardig hanteren, maar doordat de emotie al te vaak ontbrak, is zij in zelfherhaling vervallen. |
|