Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 110]
| |
77. Rosalie en Virginie Lovelingaant.De zusters Rosalie Loveling [1834-1875] en Virginie Loveling [1836-1923], uit een Oostvlaams dorp afkomstig, nemen in de literatuur een eigen plaats in. In de bundels Gedichten [1870] en Novellen [1874], die zij gezamenlijk uitgaven, is het aandeel van Rosalie Loveling het meest modern. Onder de invloed van de ‘Heimat-literatur’, die een Europees verschijnsel was in de nadagen van de romantiek, schreef zij eenvoudige, anekdotische gedichten, kleine novellen op rijm, zonder opgelegde moraal. Haar scherpe waarnemingsvermogen gaf haar uitbeeldingen een onmiskenbaar realisme. Virginie Loveling, aanvankelijk zwakker, retorischer en meer geneigd tot moraliseren, heeft zich na de dood van haar zuster ontwikkeld tot een prozaïste van formaat. Overtuigd liberaal, streed zij tegen de clericale overheersing van het Vlaamse platteland, die zij uit ervaring kende. In haar novellen en romans neemt het realisme allengs toe: haar proza wordt typische waarnemingskunst, haar personages zijn levende wezens met een eigen karakter en een eigen problematiek. Nog tijdens de opkomst en de overwinning van de nieuwe literaire stijl der jongeren wist Virginie Loveling zich onverzwakt te handhaven met uitstekend gebouwde, tamelijk pessimistische romans als Een dure eed [1890] en De twistappel [1904]. |
|