Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd76. Van dorpsnovelle naar realismeaant.Zoals Conscience in Vlaanderen heeft jacob jan cremer [1827-1880] in Noord-Nederland grote naam gemaakt als auteur van verhalen, waarin landelijke eenvoud en landelijke deugd worden verheerlijkt, soms in tegenstelling tot de verdorvenheid van de | |
[pagina 109]
| |
hogere standen en de stadsbevolking. Zijn Betuwsche novellen [1852-1855] en zijn Over-Betuwsche novellen [1856-1877], die hijzelf met groot talent voordroeg, zijn het belangrijkste van zijn werk, dat mede onder invloed van Dickens vaak een sociaal-filantropische strekking heeft. Cremer is door talrijke schrijvers van dorpsverhalen-met-een-ander-dialekt nagevolgd. Zijn romans o.a. Anna Rooze [1867], Hanna, de freule [1873] hebben groter belang als tijdverschijnsel dan als literaire kunst. Omstreeks 1860 is bij allerlei auteurs - ook Van Lennep, Busken Huet, later Mevrouw Bosboom e.a. - op buitenlands voorbeeld een wending naar het realisme merkbaar. Vooral de jongeren zijn ontgroeid aan de sentimentaliteit en leggen zich toe op nauwkeuriger uitbeelding van het bestaan. In Vlaanderen, waar wanhopige sociale misstanden heersten, begint dit realisme al vroeg bij Zetternam en Sleeckx. Zelf voortgekomen uit de volkskringen, zoeken zij hun stof in het volksleven. e. zetternam [pseudoniem voor j.j. diricksens; 1826-1855] een Vlaamse meubelmaker-schilder met een vurige geest en een grote werkkracht, kende de armoede uit bittere ervaring; in Mijnheer Luchtervelde [1848] schilderde hij het lijden en verzet van een onderdrukte klasse. dominicus sleeckx [1818-1901], achtereenvolgens klerk, onderwijzer en journalist, schreef eerst in de trant van Conscience, later koel-realistisch, o.a. In 't schipperskwartier [1861]. jan ten brink [1834-1901], aanvankelijk theoloog, maakte naam met letterkundige studiën over Bredero en Coornhert. Na een kort verblijf in Indië [1860-1862] werd hij leraar in Den Haag en hoogleraar te Leiden [1884]. Op zijn eerste roman, Oost-Indische Dames en Heeren [1866], volgde een lange rij andere romans en verhalen. Afzonderlijk vermelden we de novellen uit de geschiedenis van onze letterkunde, De Bredero's, Jan Starter en zijn wijf, Brechtje Spieghels. Verder schreef hij talrijke studiën over Nederlandse en buitenlandse letterkunde, o.a. over Zola. simon gorter [1838-1871], doopsgezind predikant, sedert 1870 redacteur van Het Nieuws van den Dag, schreef voornamelijk in De Gids een aantal kritische en literair-historische opstellen, die na zijn dood in twee bundels Letterkundige Studiën bijeengebracht werden; daarin vindt men ook het fraaie reisverhaal Arcachon. |
|