Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 108]
| |
75. Voortzetting van de humoraant.Evenmin als de historische roman heeft de humoristische novelle na 1850 bij jongere auteurs van groot talent geleid tot meesterlijk werk. Het genre zette zich voort op lager niveau, minder oorspronkelijk, minder spontaan, dikwijls wat grof en geforceerd. Tot deze humor-cultus behoren bijv. de schetsen en verhalen die de geboren Engelsman, maar geheel vernederlandste leraar mark prager lindo [1819-1877] uitgaf onder de schuilnaam de oude heer smits. Zijn geforceerde stijl die in manier ontaardde, kan niet halen bij die van zijn grote Engelse modellen [o.a. Dickens en Thackeray]. In samenwerking met zijn vriend Lodewijk Mulder schreef hij de veelgelezen Afdrukken van indrukken [1854]. Veel fijnzinniger zijn de novellen die de Schiedamse predikant françois haverschmidt [1835-1894] bijeen bracht in de bundel Familie en kennissen [1876]. Onder de schuilnaam piet paaltjens had hij tevoren zijn Heineaanse studentenversjes uitgegeven: Snikken en grimlachjes [1867]. Dit kleine bundeltje, waarin een uiterst zwaarmoedig en romantisch-gespleten gemoed zich uitsprak in speelse vorm, is ook bij latere lezers populair gebleven. Binnen de grenzen van zijn bescheiden talent is Haverschmidt éen van de zuiverste romantici geweest in onze negentiende-eeuwse literatuur. De Lierse advocaat anton bergmann [1835-1874] heeft als tony vooral naam gemaakt en gehouden met zijn zacht-humoristische en autobiografische novellenreeks Ernest Staes [1874], waarin hij de hachelijkheden van het toenmalige juristenbestaan en van de verfranste rechtspraak uitbeeldt. Het humoristische proza van de Amsterdamse sigarenfabrikant justus van maurik [1846-1904] had een groot maar oppervlakkig succes, evenals de vlotte schetsen van de zee-officier arnold werumeus buning [1846-1933]. |
|