Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 92]
| |
63. Josephus Albertus Alberdingk Thijm [1820-1889]aant.Levensloop: Geboren te Amsterdam. Opgeleid voor de handel: autodidact. Zaak in verduurzaamde levensmiddelen tot 1869. Daarna leider van de uitgeversfirma Van Langenhuysen. In 1876 tevens hoogleraar in de esthetiek en kunstgeschiedenis aan de Academie voor Beeldende Kunsten. Alberdingk Thijm heeft als katholiek romanticus een eigen plaats in onze letterkunde. Evenals Potgieter voor de koophandel opgeleid, moest hij zich als kunstenaar uit eigen kracht vormen. Hij vereerde Bilderdijk als leermeester in de poëzie, bestudeerde op het voetspoor van de buitenlandse romantiek de middeleeuwen, en deelde Potgieters liefde voor Amsterdam en voor de kunst van onze Gouden eeuw. Maar boven alles was hij katholiek. De middeleeuwen heeft hij lief om het geloof; in de 17de eeuw trekt zijn hart naar de roomse Vondel en diens omgeving. Als verhalend dichter maakte hij naam met De klok van Delft [1846], Legenden en fantaiziën [1847] en Palet en harp [1847]. Vooral het eerstgenoemde werk heeft bijzondere kwaliteiten en vormt een klein hoogtepunt in onze dichterlijke romantiek. Belangrijk is ook Het voorgeborchte [1853], een godsdienstig gedicht. Van zijn liefde voor de middeleeuwen getuigde hij o.a. in de Karolingische verhalen [1851]. In overeenstemming met zijn afzonderlijke positie - al ging hij vriendschappelijk met andersdenkenden om - zocht hij zijn eigen orgaan. Zijn verhalen verschenen voor een groot deel in de Volksalmanak voor Nederlandsche Katholieken [1852-1889], waaraan reeds vroeg Guido Gezelle heeft meegewerkt. Het waren vooral letterkundig-historische novellen, met katholieke hoofdpersonen. Daarnaast had hij sinds 1855 een eigen tijdschrift, De Dietsche Warande. Behalve deftige artikelen onder zijn eigen naam, schreef hij daarin onder het pseudoniem pauwels foreestier in losser trant. Het resultaat van zijn grondige Vondel-studie, in novelle-vorm ingekleed, gaf hij uit als Portretten van Joost van den Vondel [1876]. Thijms invloed op geheel het geestelijk leven van zijn tijd, speciaal te Amsterdam, is groot geweest. Zijn actieve belangstelling betrof behalve de letteren ook toneel, schilderkunst en architectuur. Mede door de literaire avonden te zijnen huize, waaraan ook Jacques Perk enige tijd heeft deelgenomen, was hij omstreeks 1875-1885 een gezaghebbende figuur. |
|