Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd22. Historische samenhangaant.Het geslacht dat in de eerste helft van de 17de eeuw op de voorgrond komt, werd geboren in het laatste kwart van de 16de eeuw. De hoofdpersonen zijn:
De middelste drie zijn Amsterdammers. Bredero sterft vroeg; de anderen behoren tot de periode van Frederik Hendrik, welke ook op het gebied van de beeldende kunst de bloeitijd is geweest. Bijfiguren zijn o.a.: samuel coster, theodoor rodenburg, jan jansz. starter. Cats, als Zeeuw, en Huygens, als Hagenaar, staan buiten het Amsterdamse letterkundige leven. Hun voornaamste publikaties vallen in het midden van de eeuw. Bij hen als calvinisten voegt zich naar geest en stijl de Deventer predikant jacobus revius, 1586-1658. | ||||||||
[pagina 32]
| ||||||||
Tot deze zelfde generatie behoren ook de priester-dichter
Na 1650 blijven Vondel en Huygens nog ruim een kwarteeuw aan het werk, maar ondertussen treedt het geslacht van zeventiende-eeuwers op, dat omstreeks 1625 geboren is. Deze dichters leven in de schaduw van de grootmeesters. Het echte oorspronkelijke talent wordt zeldzamer. In Zuid-Nederland, waar de verhoudingen inzake godsdienst en taal zo geheel anders lagen, behoren tot het eerste geslacht:
en tot het tweede:
|
|