Schets van de Nederlandse letterkunde
(1966)–Garmt Stuiveling, C.G.N. de Vooys– Auteursrechtelijk beschermd17. De hervormingaant.De renaissance heeft een duidelijke kritische en wetenschappelijke inslag. Deze blijkt o.a. uit de grote belangstelling voor allerlei vragen op het gebied van natuurkunde, mechanica, biologie en geneeskunde. Deze kritische zin nu richtte zich ook tegen talrijke misstanden in de laat-middeleeuwse kerk, en tenslotte tegen de dogmatische grondslag zelf, waarop de katholieke kerk berust. Erasmus had zich met felle spot gekant tegen allerlei kerkelijke praktijken die hij schadelijk achtte, in de hoop op verbetering van-binnen-uit. Maar in oktober 1517 begon Luther met een bestrijding, die hem na weinig jaren buiten en daarmee tegenover de katholieke kerk plaatste. Luther verwierp het priesterschap en bepleitte vrij bijbelonderzoek door de gelovigen individueel. Vandaar het grote belang van bijbelvertalingen in de volkstaal: Luther zelf heeft op geniale wijze een Duitse vertaling tot stand gebracht. Al omstreeks 1520 was de ‘Lutherie’ in de Nederlanden verspreid, bevorderd door de algemene ontevredenheid over de slechte economische toestanden van die tijd en over het gedrag van vele geestelijken. Ook andere vormen van verzet, veel radicaler en fanatieker, deden zich voor: de beweging van de Wederdopers, omstreeks 1535, is daarvan wel de bekendste; met grote wreedheid heeft de overheid deze secte tenslotte uitgeroeid. De consequente strengheid, waarmee de ‘ketters’ tijdens het bewind van Karel de Vijfde zijn vervolgd, heeft het beoogde doel niet bereikt. Door het optreden van Calvijn in Genève, omstreeks 1540, kwam via Frankrijk een tweede golf van anti-katholieke geloofskritiek. Het calvinisme was van het begin af stelselmatiger | |
[pagina 26]
| |
en strijdvaardiger dan het lutheranisme, en had een democratischer vorm van kerkelijke organisatie. Omstreeks het midden van de zestiende eeuw had de reformatie vooral in de zuidelijke Nederlanden duizenden aanhangers, het meest in de steden waar de textielindustrie gevestigd was en waar dus een zeker proletariaat bestond. De beeldenstorm is dan ook in Vlaanderen begonnen en van daar uit naar de andere gewesten overgeslagen. Godsdienstige, economische en politieke motieven kunnen hiervoor worden aangewezen, zoals trouwens ook voor de kort daarna gevolgde opstand tegen Filips de Tweede. Terwijl renaissance en humanisme beperkt bleven tot de ontwikkelden, die Latijn en minstens Frans kenden, is de reformatie typisch een volksbeweging geweest, al heeft deze ook talrijke aanhangers gehad onder de hogere standen: de land-adel en de stedelijke aristocratie. Juist de leiders waren vaak uit die kringen afkomstig, bijv. Hendrik van Brederode. |
|