Lust tot poëzie
(1989)–Joost van den Vondel– Auteursrechtelijk beschermdAan de drost en zijn edele bruid
| |
[pagina 66]
| |
5[regelnummer]
O tweelingkronen, die bij beurt ons oog doet marren
en blaakt in 's hemels kerk met schitterglans in goud.
‘Hooft’-lichten vrij van damp - vergeeft het ons die stout,
met rokerige toorts, uw held're klaarheid sarren.
Alzo draagt ijdel brein bronwater in de zee;
10[regelnummer]
alzo tart Pan Apol, omgolfd door blatend vee;
zo is gebrijzeld glas bij diamanten kostelijk.
Mij moedigt, dat geen gift door godheên wordt veracht,
't zij dat men hun een lam, of honderd vaarzen slacht.
Ik offer dankbaarlijk, al riekt het luttel drostelijk.
|
|