Lust tot poëzie
(1989)–Joost van den Vondel– Auteursrechtelijk beschermdHet stokske van Johan van Oldenbarneveldt, Vader des Vaderlandsaant.Mijn wens behoede u onverrot,
o stok en stut, die geen verrader,
| |
[pagina 43]
| |
maar 's vrijdoms stut en Hollands Vader
gestut hebt op dat wreed schavot,
5[regelnummer]
toen hij voor 't bloedig zwaard moest knielen,
veroordeeld als een Seneca
door Nero's haat en ongena,
tot droefenis der braafste zielen.
Gij zult nog jaren achtereen
10[regelnummer]
den uitgang van die held getuigen,
en hoe Geweld het Recht dorst buigen,
tot smaad der onderdrukte steên.
Hoe dikwijls strekt' gij onder 't stappen
naar 't hof der Staten stadig aan
15[regelnummer]
hem tot een derde voet in 't gaan
en klimmen op de hoge trappen,
als hij, belast van ouderdom,
papier en schriften, overleunde
en onder 't lastig landspak steunde.
20[regelnummer]
Wie ging, zo krom gebukt, nooit krom!
Gij rustte van uw trouwe plichten
na 't rusten van die oude stok,
geknot door 's bloedraads bitt're wrok -
nu stut en stijft gij nog mijn dichten.
|
|