Lust tot poëzie
(1989)–Joost van den Vondel– Auteursrechtelijk beschermdAan de beurs van Amsterdamaant.Doorluchtig koopslot, meesterstuk
van keizer, die ons koopgeluk
aan uw gerief zo duur verplichtte -
wat geest heeft uwen naam bedocht?
5[regelnummer]
Spruit die van 't veld dat Dido kocht
toen zij haar hof en koopstad stichtte?
Of heeft de beurs die naam gebaard,
de beurs die 't geld met zorg bewaart?
Zo blijv' de zedigheid bevolen,
| |
[pagina 35]
| |
10[regelnummer]
want schepen, brieven, geld en goed
en beursgeloof is eb en vloed.
De beurs wordt om haar geld bestolen;
en wat 's een geldeloze beurs?
Een koopmans gasthuis vol getreurs.
15[regelnummer]
De beurs heeft ook haar martelaren,
de winst verandert met de wind.
De een mist hetgeen een ander vindt;
't is kunst te winnen en bewaren.
Uw wissel draaft vast op en neer,
20[regelnummer]
dat postpaard maakt wel knecht van heer
en Reinout kan het schaars berijden.
Het slaat dan voor- dan achteruit
en van ter zijde, en wordt gestuit
met smart: dies past zijn hoef te mijden.
25[regelnummer]
Verzekert gij het zeegevaar,
wat borg zal uw verzekeraar
verzeek'ren van uw scha te boeten,
daar 't grimmelt van onzekerheên?
De teerling geeft u zes, of één...
30[regelnummer]
wie weet wat kans u zal gemoeten.
Waar nu de zuil 't gewelfsel stut,
dook eertijds in zijn rieten hut
de visser, die met list van fuiken
den gauwsten Amstelvis bedroog,
35[regelnummer]
waar koopliên onder uwen boog,
nu zon, nu regenbui ontduiken.
Mistrouwt dan vrij uw koopfortuin.
Carthago leit bestulpt met puin;
| |
[pagina 36]
| |
en waar is Tyrus? Waar de muren
40[regelnummer]
van Sidon en zijn koopmansstraat?
Het beursgeluk dat komt en gaat.
't Geluk kan zelden steen verduren.
beursknecht
|
|