Lucifer. Adam in ballingschap, of Aller treurspelen treurspel. Noah, of Ondergang der eerste wereld
(2004)–Joost van den Vondel– Auteursrechtelijk beschermd
Regelnummers proza verbergen
| |
[pagina 114]
| |
[pagina 115]
| |
Adam in ballingschap of Aller treurspelen treurspelaant.prima malorum causaGa naar voetnoot+ | |
[pagina 117]
| |
Aan de kunstbeminnende heren vaders van het oude-mannenhuis en weeshuis, voorstanders van het recht gebruik der toneelspelenGa naar voetnoot+1Nu zal het toneel met recht een toestel van bosloof en spelonkschaduwe,Ga naar voetnoot1 2naar zijnen oorspronkelijken naam ‘skènè’ eisen, gelijk het van overoudsGa naar voetnoot2 3in Grieken, eerst onder herders, die op het land, in de schaduwe der bo-Ga naar voetnoot34men, hunne veldlieden, om enen bok, bij beurte opzongen, welk zangge-Ga naar voetnoot45bruik allengs van het platteland in de steden overgevoerd werd, daar men 6d'oude sater (een schimpspel, endlijk afgeschaft) in de lommer van eneGa naar voetnoot6 7spelonk en laan en prieel, bij de springader van ene levendige bron, ver-8toonde, van welk ‘vertonen’ de Nederduitsen den naam van hun ‘toneel’ 9ontlenen, en niet van een tonneel, gelijk of men de speelstellaadje eerst opGa naar voetnoot9 10tonnen bouwde. Niemand kreuke om dit toestel van het paradijstoneelGa naar voetnoot10 11zijn voorhoofd, nochte werde oud en grijs voor den tijd van schrik en ver-12baasdheid; want d'aanschouwer zal gene dertele saters en geile boksvoe-13ten met moedernaakte nymfen zien huppelen, neen zeker. En om de 14nauwgezetten kort uit den droom te helpen, men zal het paradijstoneelGa naar voetnoot14 15zien geboetseerd naar het paradijs, van den oppersten en eersten hovenierGa naar voetnoot15 16in het Oosten aan d'Eufraat geplant, tot een lustprieel en gezegend ver-17blijf voor Adam en Eva, die hier, in het zuivere gewaad van onnozelheidGa naar voetnoot17 18en erfrechtvaardigheid, met engelen, aartsengelen en hemelse geesten ver-Ga naar voetnoot1819kerende, op hunne bruiloft den Allerhoogste, die hen te samen voegde, 20enen hemeldans toedansen. Toen Lucifer voorhene de Godheid naar de 21kroon stak, was het toneel louter hemel. Nu is het enkel paradijs, waar 22d'erfvijand van God en het menselijk geslacht heimelijk uit den afgrond 23opdondert, om d'eerste bruiloftsstaatsie te steuren, door de hofslang,Ga naar voetnoot23 24waarom wij met recht mogen roepen: | |
[pagina 118]
| |
25[regelnummer]
O pueri, fugite hinc: latet anguis in herba:Ga naar voetnoot25
O jeugdig paar, verziet u ras:Ga naar voetnoot26
De paradijsslang schuilt in 't gras.
28Doch het is vergeefs gewaarschuwd: de bezeten slang zal het helse vergift 29der hovaardije in hunne harten schieten, onder deze woorden: Gij zult 30Goden gelijken, goed en kwaad weten; en de vrolijke bruiloftszang wil 31veranderen in ene droeve rouwklachte, hun gelukzalig leven, nauwlijks 32begonnen, in ene bittere armoede en eeuwige ballingschap, buiten het 33paradijs en versteken van de vrucht des levens. Het docht me niet onstich-Ga naar voetnoot3334tig maar leerachtig Adams ballingschap, het treurspel aller treurspelen,Ga naar voetnoot34 35toneelwijs t' ontvouwen, naar het voorbeeld van wijlen, onsterflijker ge-36dachtenisse, zijne Excellentie Huig de Groot, gezant der krone en konin-Ga naar voetnoot3637ginne van Zweden, die, nauwlijks over de grens van zijne kindsheid getre-Ga naar voetnoot3738den, deze stof in Latijn heerlijk aan den dag brocht en door dit proefstuk 39zo vroeg voorspelde wat men namaals te verwachten hadde van hem, 40wiens naam De Groot zo loflijk met de daad overeenkomt. Indien d' aan-41schouwers na het spelen met een vrolijk handgeklap eenstemmig tonen 42dat hun dit behaagt, zullen we deze moeite niet kwalijk besteed achten en 43ondertussen den kunstminnenden heren vaderen der godshuizen het 44handhaven van 't recht gebruik der toneelspelen, ter ere van stad en bur-45gerije, bevolen laten.Ga naar voetnoot45
46Uwe E.E. dienstwillige J. v. Vondel. |
|