Hekeldichten

(ca. 1920)–Joost van den Vondel– rechtenstatus


De Pinksterbloem aant. van Schotland. Dit gedicht slaat op 't verkoopen en overleveren van koning Karel den eersten door de Schotten aan 't Engelsch Parlement (en 't gevolgh van 't oproer). De Schotsche Judas, en verrader, Hoe langer hoe veraert aant. en quader, Verkocht en leverde den Vader aant., Hij kroonde met de distelkroon aant. 5[regelnummer] En kruiste den onnooslen aant. Zoon. Wat dunkt u van ons fijne Joôn! De Geest van al dit Reformeeren. Om niet te laeten van zijn veêren, Door al dit schrobben aant. en schofferen aant., 10[regelnummer] In dezen zuivren aant. modderkuil, Ging eerst in eenen nevel schuil, En daelde in schijn van eenen Uil Op 't hooft der Ga naar voetnoota uitgepuurde aant. Schotten Zoo zwart Bruinist aant. als waterrotten.
[pagina 111]
15[regelnummer] Toen profeteerden al de zotten, Doch elk met zonderling aant. geluit. Zoo wert de Kerk en Kroon verbruit, En daer mee was het gekspel uit.	voetnoota De Dichter meint Puriteinen en Bruinisten, het fijnste slag der Onroomschen, die in Engeland den meester speelden.