Hekeldichten(ca. 1920)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendMet de aantekeningen der ‘Amersfoortsche’ uitgave Vorige Volgende Op d'afbeeldingh des Christen tempels t'Amsterdam. De heiligheit hing aant. noit in kostelijke aant. stof; Al waer de Tempel gansch van louter gout gegoten, Gesmeet van diamant; wie anders denkt, is grof. Ook wordt de Godtheit in kappel noch kerk besloten: [pagina 57] [p. 57] 5[regelnummer] Zy straelt in 't heiligh hart: waar dat is, daer is Godt, Eenkennigh aant. Bygeloof wil poppen aant. met de zinnen; En zoekt Hem slechts in schijn, en acht Godts wijsheit zot. Wie Godt sluit buiten 't hart, die sluit den Afgodt binnen. mdcxxx. [tekstkritische noot]Eerste uitg.: Op 't afbeeldsel der selver tempel. 2 was de T. heel. 4 nocht. Am. uitg. op d'afbeelding(e) des zelven T. 1 ging. [tekstkritische noot]Eerste uitgave: 5 Se. 6 poppen, met den. 7 hem in 't gebaeraant., en scheld de. Vorige Volgende