De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
(1937)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 667]
| |
Ter zelver bruiloft.aant.Ga naar voetnoot*Ter bruiloft van het zuiver Lam,
't Welk uit den schoot des vaders quam,
En om de menschen heeft geleden,
Wort elk genoodigt en gebeden.
5[regelnummer]
De bruigom komt: houdt u gereet.
Trekt aen het witte bruiloftskleet.
Hy zal ze, die zyn komst verbeyden,
Verheught op 't hooge feest geleyden.Ga naar voetnoot5-8
Wat openbaert zich hier een dagh,
10[regelnummer]
Die 't oor noit hoorde, 't oogh noit zagh!
Noit kon een sterflyk hart bevroeden
Den overvloet van zoo veel goeden.Ga naar voetnoot12
Hier bloeit een eeuwigh Paradys.
Verborgen Manna strekt hier spys.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Hier klinken harpen en cimbalen
Op zang van hemelsche kooraelen.Ga naar voetnoot16
Gelieven, wien dit huwlyxlot
Beschoren wert alleen van Godt,
Wy wenschen, dat hy u wil geven
20[regelnummer]
De volle vreught in 't ander leven.
|
|