| |
| |
| |
Afwijkende lezingen door Dr. C.C. van de Graft
TER GEDACHTENISSE VAN CORNELIS DE GRAEFF, blz. 171.
Poëzy 1682 II, blz. 75. Met het jaartal MDCLXIV.
Van Lennep X, blz. 163. - Unger 1664-1667, blz. 1.
OP MARIA DE WOLF, blz. 171.
Van Lennep X, blz. 459. - Unger 1664-1667, blz. 2.
OP DEN HEERE LAMBERT REINST, blz. 172.
Van Lennep VII, blz. 720. - Unger 1671-1679, blz. 330.
OP MEVROUW ALEIDIS BIKKER VAN ZWIETEN, blz. 172.
Van Lennep VII, blz. 730. - Unger 1671-1679, blz. 336.
OP PATER JOANNES BOELENSZ, blz. 173.
Van Lennep ontbreekt. - Unger ontbreekt.
DE GEZEGENDE ADELAER VAN LEOPOLDUS, blz. 174.
Poëzy 1682 I, blz. 97; stemt overeen.
Van Lennep X, blz. 348. - Unger 1664-1667, blz. 2.
OP DE GELUCKIGE REGEERINGE VAN LEIDEN, blz. 176.
Afzonderlike uitgave in plano (Unger no. 762); Poëzy 1682 II, blz. 333. Opschrift: Geschildert voor de Heeren Burgermeesteren van Leiden, op hunne gelukkige regeeringe. Dives opum, studiisque asperrima belli. Voor de overige afwijkingen zie men blz. 176.
Van Lennep VI, blz. 618. - Unger 1671-1679, blz. 353.
OP D'AFBEELDINGE VAN DEN HEERE VAN BURGERSDYCK, blz. 176.
Van Lennep ontbreekt. - Unger 1671-1679, blz. 395.
OP D'AFKOMSTE VAN LAMBERTUS REINST EN ALIDA BIKKERS VAN SWIETEN, blz. 177.
Van Lennep XI, blz. 95. - Unger 1671-1679, blz. 354.
OP HET GELUKKIG ONGELUK VAN JOAN MAURITS, blz. 179.
Poëzy 1682 II, blz. 586. Met titel-uitbreiding: Door 't breeken der brug te Franiker, met zijn paert in 't water vallende, den 6 van Loumaendt MDCLXV.
Van Lennep X, blz. 460. - Unger 1664-67, blz. 88.
OP HET GEZEGENT VOORSPEL VAN DEN ZEESTRYT, blz. 183.
Poëzy 1682 I, blz. 78. Met het jaartal MDCLXV.
Van Lennep X, blz. 463. - Unger 1664-1667, blz. 94.
DE HAVENSCHENDERY TE BERGEN IN NOORWEGEN, blz. 184.
Poëzy 1682 I, blz. 79. Met het jaartal MDCLXV.
Van Lennep X, blz. 473. - Unger 1664-1667, blz. 107.
OP DE DOORLUCHTIGE AFBEELDINGE VAN HOMERUS, blz. 185.
Poëzy 1682 I, blz. 581. Met het jaartal MDCLXV.
Van Lennep X, blz. 483. - Unger 1664-1667, blz. 111.
MINNEDEUNTJES, blz. 187.
Van Lennep X, blz. 476. - Unger 1664-1667, blz. 95.
TER BRUILOFTE VAN PETER DE WOLF EN CLEMENTIA VAN DER VECHT, blz. 191.
Van Lennep X, blz. 465. - Unger 1664-1667, blz. 100.
SUIKERLIET, blz, 195.
Van Lennep X, blz. 468. - Unger 1664-1667, blz. 104.
GEBEDT AEN JESUS CHRISTUS, blz. 197.
Poëzy 1682 II, blz. 524. 7 achter ghedooght een komma. Gedateerd MDCLXV.
Van Lennep X, blz. 484. - Unger 1664-1667, blz. 109.
| |
| |
OP DEN LYKPENNING VAN BARBARA BLOK, blz. 198.
Van Lennep X, blz. 563. - Unger 1671-1679, blz. 366.
OP EEN' GEDENKPENNING AEN MARIA DE NEUFVILLE VEREERT, blz. 199.
Van Lennep X, blz. 564. - Unger 1671-1679, blz. 366.
OP DE GEDENKPENNING VAN 'T LAM, blz. 199.
Van Lennep X, blz. 570. - Unger 1671-1679, blz. 367.
OP DEN GEDENKPENNING VAN PARIS OORDEEL, blz. 200.
Van Lennep X, blz. 565. - Unger 1671-1679, blz. 367.
OP IDA BLOK, blz. 200.
Poëzy 1682 II, blz. 582; stemt overeen.
Van Lennep X, blz. 566. - Unger 1671-1679, blz. 382.
Op EEN' TROUPENNING (2 gedichten), blz. 200.
Van Lennep II, blz. 195. - Unger 1621-1625, blz. 338.
OP DEN GEDENKPENNING VAN D'ENGELEGROET, blz. 201.
Van Lennep IV, blz. 360. - Unger 1671-1679, blz. 365.
OP DEN GEDENKPENNING VAN SINT JAN, blz. 201.
Van Lennep IV, blz. 361. - Unger 1671-1679, blz. 365.
TER BRUILOFTE VAN JACOB LEEU EN CHRISTINE DE FLINES, blz. 202.
Van Lennep X, blz. 568. - Unger 1664-1667, blz. 112.
OP DEN TROUPENNING VAN CHRISTINE DE FLINES, blz. 203.
Van Lennep X, blz. 567. - Unger 1664-1667, blz. 114.
TER LYKSTAETSIE DER MEVROUWE ANNA VAN HOREN, blz. 204.
Van Lennep XI, blz. 97. - Unger 1667-1671, blz. 74.
DE ZEETRIOMF DER VRYE NEDERLANDEN, blz. 206.
Poëzy 1682 I, blz. 81. Met het jaartal MDCLXVI.
Van Lennep X, blz. 576. - Unger 1664-1667, blz. 115.
OP EEN GEDENKPENNING VAN DE VIERDAAGSE ZEESLAG, blz. 208.
Van Lennep ontbreekt. - Unger ontbreekt.
ZEGEZANG OVER DEN ZEESTRIJT DER H. STAETEN, blz. 209.
Poëzy 1682 I, blz. 84. 36 Hooft. Met het jaartal MDCLXVI.
Van Lennep X, blz. 578. - Unger 1664-1667, blz. 118.
UITVAERT VAN ABRAHAM VAN DER HULST, blz. 214.
Van Lennep X, blz. 583. - Unger 1664-1667, blz. 123.
GRAFSCHRIFT VOOR ABRAHAM VAN DER HULST (2 gedichten), blz. 215.
Van Lennep X, blz. 585. - Unger 1664-1667, blz. 126.
JAMMERKLAGHT OVER DE GRUWSAME VERWOESTINGE VAN LONDEN, blz. 216.
S.V.H.V., Londens Puyn-hoop, Oft Godts Handt over de selve, in 't verbranden der Stadt .... Desen Druk doorgaens veel vermeerdert .... t'Amsterdam 1666, blz. VII en VIII. Er zijn twee gelijke uitgaven, verschenen bij Jacob Benjamin, Boeckverkoper op 't Water, en bij Jacob Venckel, Boeckverkoper in de Beursstraet; de tekst is dezelfde. - Poëzy 1682 II, blz. 157. Met het jaartal MDCLXVI.
Van Lennep X, blz. 666. - Unger 1664-1667, blz. 127.
OP D'AFBEELDINGE VAN MICHAËL RUITER, blz. 220.
Poëzy 1682 I, blz. 555. Met het jaartal MDCLXVI. Voor de wijzigingen in de tekst onder het gereproduceerde portret, zie blz. 221.
Van Lennep X, blz. 587. - Unger 1664-1667, blz. 132.
OP D'AFBEELDINGE VAN KORNELIS TROMP, blz. 222.
Poëzy 1682 I, blz. 555. Met het jaartal MCLXVI.
Van Lennep X, blz. 588. - Unger 1664-1667, blz. 134.
OP HET VERJAEREN VAN AGNES BLOK, blz. 224.
Van Lennep X, blz. 594. - Unger 1664-1667, blz. 131.
| |
| |
OP HET INHULDIGEN VAN NIKOLAES VAN VLOOSWYK, blz. 225.
Poësy 1682 I, blz. 422. Met het jaartal MDCLXI (drukfout voor MDCLXVI).
Van Lennep X, blz. 591. - Unger 1664-1667, blz. 137.
OP SINTE AGNES FEEST, blz. 307.
Poëzy 1682 II, blz. 533; evenzo.
Van Lennep X, blz. 669. - Unger 1664-1667, blz. 222.
UITVAERT VAN ALEXANDER DEN ZEVENDEN, blz. 307.
Poëzy 1682 II, blz. 41. Met het jaartal MDCLXVII.
Van Lennep X, blz. 670. - Unger 1664-1667, blz. 223.
OP Z.H. CLEMENS DEN IX, blz. 309.
Van Lennep X, blz. 673. - Unger 1664-1667, blz. 225.
ZEEGEVIER DER VRYE NEDERLANDEN, blz. 310.
't Verheerlickt Nederlandt, Door de Wapenen van de ... Staten Generael der Vereenighde Nederlanden, Onder t' Opper-beleyt van ... Cornelis de Witt, ... Uytgebeelt door verscheyde rijm-oeffeningen der geestighste Poëten. M.DC.LXVIII. (X) en 48 blz. 4o, blz. 10 Stemt overeen. - Poëzy 1682 I, blz. 89. Met het jaartal MDCLXVII.
Van Lennep XI, blz. 2. - Unger 1664-1667, blz. 226.
DE ZEELEEU OP DEN TEEMS, blz. 313.
't Verheerlickt Nederlandt, 1668 (zie boven), blz. 9. Stemt overeen. - Poëzy 1682 I, blz. 92. Met het jaartal MDCLXVII.
Van Lennep XI, blz. 6. - Unger 1664-1667, blz. 230.
DE VREPYLAER DER VRYE NEDERLANDEN, blz. 315.
't Verheerlickt Nederlandt (zie boven), blz. 11; evenzo.
Poëzy 1682 I, blz. 94. Met het jaartal MDCLXVII.
Van Lennep XI, blz. 12. - Unger 1664-1667, blz. 233.
OP D'OUDE HOLLANTSCHE GESCHIEDENISSEN VAN PETER SCHRYVER, blz. 318.
Poëzy 1682 II, blz. 240; evenzo.
Van Lennep V, blz. 518. - Unger 1664-1667, blz. 240.
OP HET SINEESCH TREURSPEL VAN ANTONIDES, blz. 319.
Poëzy 1682 II, blz. 237; evenzo.
Van Lennep XI, blz. 16. - Unger 1664-1667, blz. 241.
OP D'AFBEELDINGE VAN UITRECHT DOOR ZACHTLEVEN, blz. 320.
Poëzy 1682 II, blz. 301.
5 Brittanje
39 heerelijken staf
42 tuight
47 vet van room
50 Hier lokken
51 en het wilt
52 Gins zingt
58 lieflijk veltmuzijk
Van Lennep VI, blz. 364. - Unger 1671-1679, blz. 345.
BEURTGEZANG OP DE KOMSTE VAN KOSMO DE MEDICES, blz. 455.
Poëzy 1682 I, blz. 396. 6 die naem. Met het jaartal MDCLXVII.
Van Lennep XI, blz. 9. - Unger 1664-1667, blz. 236.
OP HET JAERGETYDE VAN AGNES BLOK, blz. 608.
Van Lennep XI, blz. 238. - Unger 1667-1671, blz. 76.
OP DEN OPTOGHT DER SCHUTTERYEN T'AMSTERDAM, blz. 609.
Van Lennep XI, blz. 236. - Unger 1667-1671, blz. 80.
OP HET TREURSPEL VAN DIDO, blz. 612.
Poëzy 1682 II, Aanhanghsel blz. 3. Stemt overeen.
Van Lennep XI, blz. 87. - Unger 1667-1671, blz. 83.
UITVAERT VAN MARIA VAN DEN VONDEL, blz. 613.
Poëzy 1682 II, blz. 64. Stemt overeen.
Van Lennep X, blz. 164. - Unger 1667-1671, blz. 77.
OP HET OVERLYDEN VAN JOANNES LUTMA DE OUDEN, blz. 615.
Poëzy 1682 II, blz. 82; dezelfde tekst.
Van Lennep XI, blz. 257. - Unger 1667-1671, blz. 241.
| |
| |
OP KATHARINE QUESTIER, blz. 615.
Van Lennep XI, blz. 252. - Unger 1667-1671, blz. 244.
LYKDICHT OP HENRIK HALMAN, blz. 616.
Van Lennep XI, blz. 241. - Unger 1667-1671, blz. 242.
UITVAERT VAN AUGUSTYN VAN TEILINGEN, blz. 618.
Van Lennep XI, blz. 245. - Unger 1667-1671, blz. 245.
TER EEUWIGE GEDACHTENISSE VAN JOAN VAN AEMSTEL, blz. 620.
Van Lennep XI, blz. 249. - Unger 1667-1671, blz. 247.
KANDIA OP HAER UITERSTE, blz. 621.
Van Lennep XI, blz. 259. - Unger 1667-1671, blz. 249.
OP DEN WELVERTAALDEN AGRIPPA, blz. 624.
Van Lennep XI, blz. 92. - Unger 1667-1671, blz. 252.
OP DE VERTAELING VAN DE GELYKE TWEELINGEN, blz. 624.
Van Lennep XI, blz. 268. - Unger 1671-1679, blz. 344.
OP HET OVERLYDEN VAN WILLEM VAN DEN VONDEL, blz. 625.
Poëzy 1682 II, blz. 82; dezelfde tekst.
Van Lennep II, blz. 768. - Unger 1667-1671, blz. 253.
LAUWERKRANS VAN CURTIUS CHRISTOFFER KONINGSMARK, blz. 625.
Van Lennep XI, blz. 262. - Unger 1667-1671, blz. 255.
OP HET KLUCHTSPEL VAN WARENAR, blz. 627.
Poëzy 1682, blz. 234; dezelfde tekst.
Van Lennep XI, blz. 267. - Unger 1667-1671, blz. 257.
DE SLAEPENDE VENUS, blz. 628.
Poëzy 1682 II, blz. 354; dezelfde tekst.
Van Lennep VII, blz. 14. - Unger 1671-1679, blz. 357.
OP DEZELVE VENUS, blz. 630.
Van Lennep VII, blz. 16. - Unger 1671-1679, blz. 359.
OP CORNELIS SPEELMAN, blz. 631.
Onder de prent ‘Den Macassarsen Oorlogh van de jaren 1666, 7, 8 en 69. glorieuselijck gevoert door den Ed. Heer Cornelis Speelman enz., zie Unger, Bibliographie, blz. 232; Poëzy 1682 I, blz. 557.
2 Oost-Indië.
Van Lennep XI, blz. 86. - Unger 1667-1671, blz. 259.
OP TRAJAEN BOKKALYNS KUNDTSCHAPPEN VAN PARNAS, blz. 631.
Van Lennep III, blz. 101, en XII, blz. 49. - Unger 1667-1671, blz. 335.
TER BRUILOFTE VAN M. LE BLON EN W.E. HELLERUS, blz. 632.
Van Lennep XII, blz. 4. - Unger 1671-1679, blz. 285.
OP MICHIEL LE BLON, blz. 634.
Van Lennep IV, blz. 404. - Unger ontbreekt.
OPSCHRIFT VAN EENIGE DICHTEN, GEZONDEN AEN KORNELIS LE BLON, blz. 634.
Van Lennep XII, blz. 6. - Unger 1671-1679, blz. 287.
OP D'AFBEELDINGE VAN CORNELIA SPIEGEL, blz. 634.
Van Lennep IV, blz. 31. - Unger 1671-1679, blz. 394.
OP HET INHEILIGEN VAN FRANCISCUS DE BORGIA, blz. 635.
Van Lennep XII, blz. 30. - Unger 1671-1679, blz. 291.
OP DEN LOF VAN DEN YSTROOM, blz. 637.
In het voorwerk van De Ystroom door J. Antonides van der Goes, Amsterdam 1671, dezelfde tekst; Poëzy 1682 II, blz. 235.
2 bezeft
30 zilver
Van Lennep XII, blz. 27. - Unger 1671-1679, blz. 288.
OP ZIJNE AFBEELDING DOOR M. VAN MUSSCHER GESCHILDERT, blz. 639. In het voorwerk van De Ystroom, zie boven, dezelfde tekst; Poëzy 1682 I, blz. 589; dezelfde tekst.
Van Lennep XII, blz. 29. - Unger 1671-1679, blz. 290.
| |
| |
TER GEDACHTENISSE VAN ELIZABET SYEN, blz. 639.
Van Lennep XII, blz. 26. - Unger 1671-1679, blz. 287.
OP TANNEKEN VAN ERPEKOM, blz. 640.
Van Lennep X, blz. 486. - Unger 1664-1667, blz. 92.
GRAFSCHRIFT VAN JOOST VERSCHUUR, blz. 640.
Van Lennep XI, blz. 251. - Unger 1671-1679, blz. 342.
BEHOUDE REIS AEN JOHAN BERGH, blz. 641.
Poëzy 1682 II, blz. 587. Met het jaartal MDCLXXII.
Van Lennep XII, blz. 33. - Unger 1671-1679, blz. 293.
TER EEUWIGE GEDACHTENISSE VAN JOAN DE WIT, blz. 642.
Van Lennep XII, blz. 34. - Unger 1671-1679, blz. 294.
OP D'AFBEELDINGE VAN JOAN DE WIT, blz. 644.
Het swart toneelgordyn, opgeschoven voor de Heeren Gebroederen Cornelis en Johan de Witt, z. pl., 1676, 4o, blz. 50 en in de andere drukken hiervan (niet gezien, niet van belang). - Poëzy 1682 I, blz. 575. In de titel: Heer In het motto: Vincit. Met het jaartal MDCLXXII.
Van Lennep XII, blz. 35. - Unger 1671-1679, blz. 295.
ANDERS, blz. 644.
Van Lennep XII, blz. 36. - Unger 1671-1679, blz. 296.
OP DEN HEER KORNELIS DE WIT, blz. 646.
Van Lennep XII, blz. 36. - Unger 1671-1679, blz. 297.
OP DE DOORLUCHTIGE ZEGE VAN GRONINGE, blz. 646.
De gedenckweerdighste voorvallen in en ontrent de Belegeringe der Stadt Groningen, Groningen, 1673, 4o, blz. 36.
21 Rabenhaupt
Poëzy 1682 I, blz. 100. Met het jaartal MDCLXXII.
Van Lennep XII, blz. 37. - Unger 1671-1679, blz. 298.
OP 'T VEROVEREN VAN KOEVORDEN, blz. 647.
Van Lennep XII, blz. 38. - Unger 1671-1679, blz. 299.
OP DE NIEUWE HEEREGRAFT, blz. 648.
Van Lennep XII, blz. 39. - Unger 1671-1679, blz. 303.
TER STAETSIE VAN JOANNA BLEZEN, blz. 648.
Van Lennep VII, blz. 680. - Unger 1671-1679, blz. 300.
TER STAETSIE VAN HELEENE BLEZEN, blz. 650.
Van Lennep VII, blz. 683. - Unger 1671-1679, blz. 324.
MAEGHDEPALM VOOR MARGARITA KRULIS, blz. 653.
Van Lennep VII, blz. 687. - Unger 1671-1679, blz. 327.
OP DE VERKOPINGE DER ITALIAENSCHE SCHILDERYEN, blz. 655.
Poëzy 1682 II, blz. 372. Gedagtekend: t'Amsterdam 23 van Sprokkelmaent 1673.
Van Lennep XII, blz. 42. - Unger 1671-1679, blz. 303.
LYKKLAGHT OVER HENRICUS BLESSIUS, blz. 636.
Van Lennep XII, blz. 43. - Unger 1671-1679, blz. 306.
OP JOSEPHUS DUYSELIUS, blz. 657.
Van Lennep VII, blz. 789. - Unger 1671-1679, blz. 305.
OP BARTHOLOMEUS ABBA, blz. 659.
Van Lennep V, blz. 551. - Unger 1671-1679, blz. 333.
GRAFSCHRIFT VAN JOAN DE LIEFDE (2), blz. 659.
Van Lennep XII, blz. 45. - Unger 1671-1679, blz. 308.
JOHAN DE LIEFDE, blz. 660.
Poëzy 1682 I, blz. 556. Met de titel: Op den onderamirael Joan de Liefde.
Van Lennep XII, blz. 46. - Unger 1671-1679, blz. 309.
INWYDINGE VAN FRANCISCUS DE WIT, blz. 660.
Van Lennep XI, blz. 264. - Unger 1671-1679, blz. 321.
| |
| |
OP HET VERJAEREN VAN PETER DE WOLF, blz. 663.
Van Lennep ontbreekt. - Unger 1671-1679, blz. 310.
GRAFSCHRIFT OP JOAN BLAEU, blz. 664.
Poëzy 1682 II, blz. 76.
4 weerelt
Gedateerd:
Overleden den 28 van Wintermaendt MDCLXXIII.
Van Lennep XII, blz. 47. - Unger 1671-1679, blz. 311.
OP MARIA ELISABETH BLAEU, blz. 664.
Van Lennep III, blz. 463. - Unger 1671-1679, blz. 344.
OP DE DRAEYINGE VAN HET HOOFT, VERWEERT DOOR J. ANTONI GOEZENAER, blz. 665.
Poëzy 1682 II, blz. 253; evenzo.
Van Lennep XII, blz. 40. - Unger 1671-1679, blz. 314.
TER BRUILOFT VAN SYBRANT DE FLINES EN AGNES BLOK, blz. 666.
Poëzy 1682 I, blz. 778.
11 heeft zijn wit
Gedateerd: Getrout den 9 van Herfstmaent, MDCLXXIV.
Van Lennep XII, blz. 54. - Unger 1671-1679, blz. 312.
TER ZELVER BRUILOFT, blz. 667.
Poëzy 1682 I, blz. 779; evenzo.
Van Lennep XII, blz. 55. - Unger 1671-1679, blz. 313.
GRAFSCHRIFT OP HENRICUS DE GROOTE, blz. 670.
Van Lennep ontbreekt. - Unger ontbreekt.
AEN MYN HEER DEN DROST VAN MUYDEN, blz. 671.
Van Lennep III, blz. 162. - Unger 1671-1679, blz. 392.
OP DE STEENE BRUG OP DEN AMSTEL, blz. 673.
Van Lennep III, blz. 442. - Unger 1630-1636, blz. 241.
OP D'ONTDECKING DER TOVERY DOOR R. SCOT, blz. 673.
Van Lennep ontbreekt. - Unger ontbreekt.
OP HET PORTRET VAN WILLEM BARTJENS, blz. 674.
Verscheide Gedichten 1644, blz. 136.
1 zichtbre ... naar
3 print, in 't Rekenboeck,
4, ten dienst der jeught, Euklides spits vernuft.
Poëzy 1650, blz. 192; Poëzy 1660, blz. 193; Poëzy 1682 I, blz. 595; volgen Versch. Ged., maar de komma achter print ontbreekt.
Van Lennep I, blz. 131. - Unger 1630-1636, blz. 232.
OP EEN PORTRET, blz. 674.
Van Lennep ontbreekt. - Unger ontbreekt.
OP DEN TRIOMF VAN BACCHUS, GESCHILDERT DOOR PHILIPS DE KONING, blz. 674.
Van Lennep VII, blz. 19. - Unger 1671-1679, blz. 360.
KLAGHTE, blz. 675.
Van Lennep III, blz. 628. - Unger 1671-1679, blz. 376.
OP MYNE AFBEELDINGE DOOR FILIPS DE KONING, blz. 675.
Van Lennep VI, blz. 109. - Unger 1671-1679, blz. 333.
OP DE VREDE GESCHILDERT DOOR FILIPS DE KONING, blz. 676.
Van Lennep VII, blz. 22. - Unger 1671-1679, blz. 361.
EERSTELINGEN DES PRIESTERDOMS VAN J. AKERBOOM DOEDENSZ., blz. 676.
Van Lennep VII, blz. 786. - Unger 1671-1679, blz. 318.
RAETSEL, blz. 679.
Van Lennep X, blz. 160. - Unger 1671-1679, blz. 368.
OP DOKTER SAMUEL KOSTER, blz. 680.
Van Lennep IV, blz. 7. - Unger 1671-1679, blz. 332.
MR. CLAES VAN DAALEN, blz. 680.
Van Lennep ontbreekt. - Unger 1671-1679, blz. 396.
| |
| |
OP DE BOEKKAMER VAN S.K., blz. 681.
Van Lennep VII, blz. 667. - Unger 1671-1679, blz. 349.
AEN PIETER DE GRAEF, OP HET GESLAGT DER GRAVEN, blz. 681.
Van Lennep IX, blz. 617. - Unger 1671-1679, blz. 378.
AEN JAKOBA BIKKER, OP HET GESLACHT DER BIKKEREN, blz. 682.
Van Lennep IX, blz. 618. - Unger 1671-1679, blz. 380.
OP D'AFBEELDINGE VAN MARIA VAN OUTSHOREN DOOR FILIPS KONING, blz. 683.
Van Lennep VII, blz. 21. - Unger 1671-1679, blz. 356.
OP DEN PROMETEUS TEN HUIZE VAN ISAAK JOAN NYS, blz. 684.
Van Lennep VII, blz. 20. - Unger 1671-1679, blz. 361.
AEN GEERAERT BIKKER, REKENMEESTER, blz. 684.
Van Lennep XI, blz. 270. - Unger 1671-1679, blz. 316.
KERSLIEDT, blz. 686.
Van Lennep IV, blz. 359. - Unger 1657-1660, blz. 306.
HARTEBREEKER, blz. 688.
Van Lennep IV, blz. 385. - Unger 1671-1679, blz. 376.
HANEGEKRAEY, blz. 689.
Van Lennep IV, blz. 386. - Unger 1671-1679, blz. 377.
TER BRUILOFTE VAN NATHANAEL BUR EN SOPHIA BEAUCHAMP, blz. 689.
Van Lennep X, blz. 570. - Unger 1671-1679, blz. 337.
OP HET NEDERSTORMEN DER STEENE GALERYE IN HOFVLIET, blz. 691.
Van Lennep X, blz. 489. - Unger 1671-1679, blz. 350.
TER BRUILOFTE VAN FRANCISCUS VAN IMSTENRAEDT EN SOPHIA KATHARINA WICHEMS, blz. 692.
Van Lennep X, blz. 572. - Unger 1671-1679, blz. 338.
OP N. KRAENEVELDT, blz. 695.
Van Lennep IX, blz. 628. - Unger 1671-1679, blz. 343.
LOFZANG DER GEESTELIJKE MAEGHDEN, blz. 696.
Van Lennep VII, blz. 680. - Unger 1671-1679, blz. 372.
|
|