De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
(1937)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 641]
| |
Behoude reis Aen den E. Heer Johan Bergh,aant.Ga naar voetnoot*Rechtsgeleerde, Gaende naer 's lants vloot, ter liefde van het Vaderlant.PULCHRUMQUE MORI SUCCURRIT IN ARMIS. De krijgshelt Bergh, gereet op zee
Zich voor het vaderlant te waegen,
Begrijpt in zijnen geest alreeGa naar voetnoot3
Dien oorloghsstorm, die donderslaegen,Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
't Gedreun, het baldren, en gekriel,Ga naar voetnoot5
Het moortgeschrei, de zeetrompetten,
De hemelvaert van kiel by kiel,Ga naar voetnoot7
Het schoon muzijkspel van musketten,
Het barsten van de hantgranaet,
10[regelnummer]
Den vloet van menschenbloet gezwollen,
Een hel, gepropt van wraek en haet,Ga naar voetnoot11
Eilanden, tegens een op hollen.Ga naar voetnoot12
In zulk een gruwzaem ongeluit,Ga naar voetnoot13
Daerze overleg en reden derven,Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Wat 's eindelijk des helts besluit?
't Is braef in 't harrenas te sterven.
JUSTUS VONDELIUS AGRIPPINAS.
Anno 1672. |
|