De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674

(1937)–Joost van den Vondel– rechtenstatus



[pagina 639]
Op zijne afbeelding door M. van Musscher geschildert.aant.Ga naar voetnoot* SUBSTITIT UNDA. Zoo beelt ANTONIDES zich zelven levende uit, Niet voor 't gezicht, maer met een goddelijk geluit Des Ystrooms, aengenaem in alle opmerkende ooren:Ga naar voetnoot3 Als hij een' nieuwen toon op Hollands Hooftstroom zet,Ga naar voetnoot4 Staet grijze Triton stom met d'oude zeetrompet.Ga naar voetnoot5 Hier haelt zijn zanglust stof uit Aemstels vollen hooren.Ga naar voetnoot6 J.V. Vondel.	voetnoot* Van 1671. - Afgedrukt volgens de tekst van het handschrift, vermoedelik door Antonides zelf geschreven achter Vondels manuscript van het vorige gedicht. (Zie Unger, Bibliographie, blz. 226). Opschrift: Michael van Musscher, 1645 te Rotterdam geb., 1705 te Amsterdam gest., leerling o.a. van Adriaan van Ostade, was portretschilder (op de manier van Metsu en Mieris) en etser. Zie N. Ned. Biogr. Wdb. Het Motto, ontleend aan Aeneïs VIII 87, beteekent: De vloed stond stil (zie dl. VI, blz. 824, r. 111). voetnoot3 opmerkende: opmerkzaam luisterende. voetnoot4 op oorspronkelike wijze het IJ in zijn lied verheerlikt. voetnoot5 Triton, zie hiervóór, bij vs. 28. voetnoot6 Aemstels vollen hooren: de overvloet en de welvaart van Amsterdam.