De werken van Vondel. Deel 10. 1663-1674
(1937)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendOp Trajaen Bokkalyns Kundtschappen van Parnas.aant.Ga naar voetnoot*STIMULOS SUB PECTORE VERTIT APOLLO. Wien 't lust orakels uit Apolloos mont te hooren,
Begeef zich op Parnas, daer geen leergierige oorenGa naar voetnoot2
Vergeefs beluisteren de lessen en den raet
Des Godts, die elk berecht naer zijnen eisch en staet.Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Wie in de werelt wil verkeeren, vrank en veiligh,
En leeren ommegaen met heiligh en onheiligh,
| |
[pagina 632]
| |
In 't hof, en op de merkt, vindt hier het onderwijs,
Den Leitsman, die hem leit voor een' geringen prijs.
Het valt gemaklijk, wat een ander heeft begreepen,
10[regelnummer]
Zigh t'eigenen. 't Vernuft, dat dom is, wort geslepenGa naar voetnoot10
Op dezen wetsteen. Welk een heldre zonneschijn
Verlichte Italien, zoo ras als Bokkalyn
Te voorschijn quam! elk stont verbaest en opgetogen,Ga naar voetnoot13
En zagh de werrelt aen, maer heel met andere oogen,
15[regelnummer]
Dan oit voorheenen. O het leeren is een stut,
En ieder even na, doch niet al even nut.Ga naar voetnoot16
De beste meester heeft den minderen afgekeeken.Ga naar voetnoot17
Maer hier komt Bokkalyn: ik bid u, hoor hem spreken.
|
|