Regelnummers proza verbergen
| |
| |
| |
J. V. Vondels
Batavische Gebroeders
Of Onderdruckte Vryheit.
Treurspel.
IN FERRUM PRO LIBERTATE RUEBANT.
t'AMSTERDAM,
Voor de weduwe van Abraham de Wees, op den Middeldam, in 't nieuwe Testament. 1663.
| |
| |
| |
Den edelen en grootachtbaeren Heere Simon van Hooren,Ga naar voetnoot*
Raet in de Staeten van Hollant en Westvrieslant, Gezant aen den koning van Groot Britanje, Burgermeester en Raet
t'AMSTERDAM.
1 De Romainsche ridder Kornelis Tacitus, het orakel der latijn-Ga naar voetnoot1 2 sche historischryveren, getuight hoe d'oude Duitschen of Ger- 3 mannen, onkundigh in letterkunste en geleertheit, tot hunneGa naar voetnoot3-4 4 gedachtenis en kronijcken, alleen gebruickten een zeker slagh van 5 overoude gezangen, eene oirzaeck dat wy van dien landtaert en 6 zijne zeden en landtsgelegenheit in veele zaecken onkundigh zouden 7 blyven, ten waere hy door zyne staetwijze pen ons die leerachtighGa naar voetnoot7 8 en krachtigh hadde ontvouwen; en met eenen den oirsprong derGa naar voetnoot8 9 Batavieren, by de Romainen befaemt, sedert dit vrye volck, in 10 bondtgenootschap met Julius Cezar tradt, tot dat het, geduurendeGa naar voetnoot10 11 Neroos heerschappye, in zijn recht en vryheit jammerlijck verdruckt, 12 onder Galba tegens die meineedige verbontschenders de wapensGa naar voetnoot12 13 aenvaerde, en, na een bloedigh oorlogh, heerlijck uitgevoert, en het sluiten van een eeuwigh vrêverbont, die vrywilligh nederleide. 15 Toen ick den opstant tegens de Romainen, en de doorluchtige 16 daeden der Batavieren in de kunstige printen van Tempeest be-Ga naar voetnoot16
| |
| |
17 spiegelde, en, onder andere afbeeldingen, den Romainschen stadt- 18 houder op den stoel zagh zitten, daer Julius Paulus in zijn bloetGa naar voetnoot18 19 geverft lagh, en Nikolaes Burgerhart geketent naer Rome gevoertGa naar voetnoot19 20 wiert; en mijn lust vast verlangde dat die historien, door last derGa naar voetnoot20 21 Burgermeesteren treflijck geschildert, de galery van ons Kapitool,Ga naar voetnoot21 22 op eene ry, moghten bekleeden; ontvonckte my een yver om leven- 23 digh te ververschen den treurhandel der Gebroederen, onder deGa naar voetnoot23 24 schaduwe des Heeren van Hooren, niet onkundigh in oude en jongeGa naar voetnoot24 25 historien, en wien, gelijck een medelidt onder de Raeden derGa naar voetnoot25 26 hooghedele en grootmogende Heeren Staeten van Hollant en West- 27 vrieslant, de wacht der vryheit bevolen wert; betrouwende datGa naar voetnoot27 28 den heere Burgermeester niet mishaegen zal de manhaftigheit 29 der oude Batavieren, en onze eige lantszaecken, den nakomelingen 30 ter eere, ten tooneele te zien voeren, terwijl ick blijve,
Edele en grootachtbaere heer,
Uwe edele grootachtbaerheits ootmoedige dienaerGa naar voetnoot31
J. V. Vondel.
| |
| |
| |
Uit het vierde boeck van Kornelis Tacitus historien.
Julius Paulus, en Nikolaes Burgerhart, uit koningklijcken stamme, overtroffen verre alle anderen. Fonteius Kapito benam Julius, onder valschen schijn van misdaedigh aen rebellye, het leven, en zondt Burgerhart geketent naer Nero.
Het tooneel is in Outleger. Het treurspel begint met den open endight met den ondergang der zonne.
| |
Julius Paulus, vorsten der Batavieren.
Nikolaes Burgerhart, vorsten der Batavieren.
Heldewyn, zuster van Julius en Burgerhart.
Rey van Batavische vrouwen.
Fronto, Presheer der Romainen.
Kryghsraet.
Fonteius Kapito, Neroos stadthouder in Nederduitschlant.
Walburgh, moeder van Julius en Burgerhart.
|
-
voetnoot*
-
Opschrift: Simon van Hooren, zie over hem dit deel blz. 260, voetnoot bij De Kunstkroon voor den koning van Groot Britanje. - Raet in de Staeten: lid van Gekommitteerde Raden (onze Gedeputeerden, zoals het dageliks bestuur in sommige gewesten ook toen genoemd werd). Hij was in 1660 enz. burgemeester van Amsterdam. - Raet t'Amsterdam: lid van de stedelike raad als oud-burgemeester.
-
voetnoot1
-
Tacitus: Cornelius Tacitus, de beroemdste (orakel) der Romeinse geschiedschrijvers; hij heeft o.a. geschreven Annales (Jaarboeken), Historiae (eigentijdse geschiedenis), De Germania (Germanje), alle door Hooft vertaald; op dit laatste werk doelt Vondel in de eerstvolgende regels. Tacitus verhaalt in De Germania dat de Germanen hun godsdienstige en epise liederen hadden, waarin zij hun goden en stamhelden verheerlikten (Hfst. 2: carminibus antiquis, quod unum apud illos memoriae et annalium genus est: ‘(zij) tot hunne gedachtenis en kronijcken, alleen gebruickten een zeker slagh van overoude gezangen’).
-
voetnoot3-4
-
tot hunne gedachtenis en kronijcken: voor de overlevering van hun geschiedenis.
-
voetnoot7
-
door zyne staetwijze pen: met kennis en inzicht staten en volken beschrijvend; leerachtigh: leerzaam.
-
voetnoot8
-
den oirsprong der Batavieren: over de Batavieren en hun opstand verhaalt Tacitus in zijn De Germania, hfst. 29, Agricola, hfst. 36; Annales, 2e boek, hfst. 6, 8 en 11; Historiae, 1e boek hfst. 59, 64; 2e boek hfst. 17-27; 43, 66, 69; 4e boek, hfst. 12-37; 54-79; 85, 86; 5e boek, hfst. 14-26, waar de geschiedenis plotseling wordt afgebroken op de afgebroken brug (Civilis en Cerialis); het overige is verloren gegaan.
-
voetnoot10
-
Julius Caesar is hoogstwaarschijnlik zelfs nooit in aanraking geweest met de Batavieren; Drusus stiefzoon van Augustus heeft ze tot bondgenoten van de Romeinen gemaakt (gest. 9 vóór Chr.), ook Drusus was 'n Caesar, vandaar de verwarring.
-
voetnoot12
-
onder Galba - juister: onder (de regering van) keizer Vitellius; de opstand van Civilis brak uit in 69 en Galba was al in Januari vermoord.
-
voetnoot16
-
Tempeest: waarschijnlik de schilder Antonio Tempesta van Firenze; hij schilderde en sneed veel historise taferelen, gest. 1630. Vondel heeft blijkbaar prenten gezien uit de oude (Romeins-Germaanse) geschiedenis. Of kan bedoeld zijn Pieter Mulier, Nederlands schilder, die lang in Italië heeft geleefd (17de eeuw, gest. 1678), en de bijnaam Tempesta gekregen heeft?
-
voetnoot18
-
Julius Paulus, broer van Claudius Civilis; Julius Paulus, is ter dood gebracht door de landvoogd Fonteius Capito. (Zie Inhoudt vlg. blz.).
-
voetnoot19
-
Nikolaes Burgerhart: Vondels' vernederlandsing van Claudius Civilis; de naam Civilis is niet kwaad weergegeven, maar bij Claudius heeft Vondel waarschijnlik aan Klaas en Klaus gedacht; Nikolaes (Griekse naam) heeft niets met Claudius te maken. Claudius Civilis heette hoogst waarschijnlik Julius Civilis; hij en zijn broer hebben blijkbaar hun naam Julius ontvangen door begunstiging van de beroemde gens Julia, het geslacht waaruit Julius Caesar geboren is, waartoe ook Drusus en de eerstvolgende Caesares (keizers) behoorden tot en met Nero.
-
voetnoot20
-
en mijn lust vast verlangde: en toen mijn hart gedurig (vast) verlangde.
-
voetnoot21
-
de galery van ons Kapitool: hier bedoelt Vondel blijkbaar de open zijgalerijen van de burgerzaal in het Amsterdamse stadhuis op de Dam (zie 7e Deel: Inwydinge van 't stadhuis t'Amsterdam (vs. 975-vlgg. o.a. 986). Toen Vondel dit schreef was zijn vroeger verlangen al vervuld, en was Civilis' vrijheidskamp geschilderd in de ‘Bemaelde galery’ (Inwydinge, vs. 1117-30).
-
voetnoot23
-
den treurhandel: het treurspel (de treurspelhandeling; oudtijds noemde men, ook Vondel, de bedrijven handel, zie Vondel's eerste treurspelen).
-
voetnoot24
-
onder de schaduwe: onder de bescherming.
-
voetnoot31
-
Uwe edele Grootachtbaerheits: van Uwe edele grootachtbaarheid.
-
voetnoot*
-
Inhoudt: Deze aanhaling is ontleend aan hfst. 13. - 55 Outleger: Vondel's weergave van Castra Vetera, het bekende vestingkamp van de Romeinen bij Xanten (even over onze tegenwoordige grens van Noord-Limburg).
-
voetnoot*
-
Personaedjen: Personaedjen: uitspr. personaadzjen; personen. - Heldewyn (letterl. = heldenvriend), dit is geen vrouwenaam. Zie Nadere Verklaringen- Presheer: hoofdman van de wervers of liever pressers voor de Romeinse krijgsdienst. - Kryghsraet: raadsheer voor oorlogszaken (zie vs. 217 en 951-vlg.); vermoedelik vertaalt Vondel hiermee het Latijnse legatus: vertegenwoordiger van de landvoogd, onderbevelhebber, vs. 1190.
|