De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663
(1936)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 296]
| |
Opvaert van Mejoffer Margarite van Vlooswyck.aant.Ga naar voetnoot*De tiende zanggodin,Ga naar voetnoot1
Uit eene roos geboren,
Volght negen englekoren,Ga naar voetnoot3
En vaert ten hemel in,
5[regelnummer]
Op eenen regenboogh,
Een schoone wolck van bloemen
En verwen, niet te noemen.Ga naar voetnoot7
De schoone vaert om hoogh,
Op galmen van haer keel
10[regelnummer]
En harp, door een gemengelt.Ga naar voetnoot10
Ay zie: zy schynt verengelt,Ga naar voetnoot11
Ontkleet van 't sterflyck deel.Ga naar voetnoot12
Zy zweeft al hooger aen,
Om 't zaligh licht te groeten.
15[regelnummer]
Een geest verroert geen voeten,
Maer dryft, gelyck de maen.
Margrite, rystge zoo,
Ontkleet van mededoogen,Ga naar voetnoot18
Uit 's minnaers schreiende oogen?
20[regelnummer]
De liefde scheit te noo.Ga naar voetnoot20
Och, troost den liefdeloozen.Ga naar voetnoot21
Bestroy hem met uw roozen.
J.v. Vondel.
|
|