De werken van Vondel. Deel 9. 1660-1663
(1936)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 245]
| |
Scriverius, gravure van I. v. Velde naar de schilderij van Frans Hals
| |
[pagina 246]
| |
Ter begraefenisse Van den hooghgeleerden heere, Peter Schryver.aant.Ga naar voetnoot*HOC VIRTVTIS OPVS. Nu rust de blintgeleefde SCHRYVER,Ga naar voetnoot1
Wiens onuitbluschbre letteryverGa naar voetnoot2
Ons naliet maetloos schrift, en dicht,Ga naar voetnoot3
Daer 's mans vernuft en geest uit licht.
5[regelnummer]
Nu rust de vader, die de Muizen,
De zanggodinnen, aen 't verhuizenGa naar voetnoot5-6
Uit Griecken, in verlaten schijn,Ga naar voetnoot7
Ontfing te Leiden aen den Rijn,
En welkomde op zijne eige kosten.Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Dat schrijf met gout vry op de posten
Van zijne poorte. wat noch meer?
Nu rust de ronde oprechte heer,Ga naar voetnoot12
Die Hoogerbeetsen, Barnevelden,
En Grooten, Hollants grootste helden,
15[regelnummer]
Toen al de weerelt hen verliet,
Vervloeckte, en met de voeten stiet,
In hunnen kercker dorst bezoecken,
En spreecken, onder schijn van boecken,Ga naar voetnoot18
Waerin zy lazen, versch gedruckt,Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Wat valsche rechters, helsch verruckt
Van gout en staetzucht, daeghlijx brouden,Ga naar voetnoot20-21
Om 't leeushof by den toom te houden,Ga naar voetnoot22
In eene ondraeghbre slaverny.
| |
[pagina 247]
| |
Wat postschrift past hier nu noch by?Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Hier leefde, die, in scherpe tijden,Ga naar voetnoot25
Helt Hoogerbeets in plaet durf snijden,Ga naar voetnoot26
En kraeien op zijn boet en ban:Ga naar voetnoot27
Waer blijft de kroon van zulck een' man?Ga naar voetnoot28
Dat klonck by heeren, en gezanten.
30[regelnummer]
Nu sny 's helts lof met diamanten
Op kristalijn, waeruit elck frischGa naar voetnoot31
Het hart, tot zijn gedachtenis,
Noch rustigh, hem ten prijs, magh laven,Ga naar voetnoot33
Die 's Gravenhaege met zijn graven
35[regelnummer]
Vereerde, en toonde wie zoo vroeghGa naar voetnoot34-35
Den nacht des Heidendoms verjoegh.Ga naar voetnoot36
Zoo werde 't lijck des mans gezoncken.Ga naar voetnoot37
De zerck magh met dit wapen proncken.Ga naar voetnoot38
J.v. Vondel.
t'Amsterdam, voor de Weduwe van Abraham de Wees, 1660. |
|