De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
(1935)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 630]
| |
Ter Bruilofte van den E.E. Heere Ventidius Riccen, Kastelein en hooftofficier der stede Purmerent, Baljuw van de Beemster en Wormer, &c. En de E.E. Jongkvrouwe Haesje Augustyns.aant.Ga naar voetnoot*Bruiloft, bruiloft. volght godt Hymen,Ga naar voetnoot1
Nu de leeurick in zijn vlught,
Uit een liefelijcker lucht,
Quinckeleert, en noopt tot rymenGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Al wat lucht schept, daer de lentGa naar voetnoot5
Horen trouwt aen Purmerent.Ga naar voetnoot6
Zou het jeughdigh bloet niet minnen,
Zong hy, nu de lucht ontlaet,Ga naar voetnoot8
Al de weerelt vryen gaet,
10[regelnummer]
Velt en weide groente winnen,Ga naar voetnoot10
't Aerdtrijck in zijn ingewant
Voelt een' minnelijcken brant.Ga naar voetnoot12
Alle tacken, alle telgen
Minnen in de jeught van 't jaer.
15[regelnummer]
Niemant valt dit juck te zwaer.
Zon en morgendauw te zwelgen
Geeft de planten nieuwe kracht,
Waer de zon de kou verzacht.
Alle vogels, vee en dieren
20[regelnummer]
Voelen Cypris ongena.Ga naar voetnoot20
Ieder kust zijn wederga.Ga naar voetnoot21
| |
[pagina 631]
| |
Hoort de velden tierelieren.
Hoort dat hemels veltgezang.
Ieder gaet dien bruiloftsgang.
25[regelnummer]
Riccen hoorde 't quinckeleeren
Van den leeurick met den dagh,Ga naar voetnoot26
Daer hy in zijn kamer lagh,
En, gesprongen uit de veêren,
Aengeprickelt van zijn lot,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Reedt ter poorte uit van het slot.
d'Avontstar is nau geboren,Ga naar voetnoot31
Als hy Hymen vint gereet,
Die in 't groene bruiloftskleedtGa naar voetnoot33
Hem verwelkomt binnen Horen,
35[regelnummer]
En den Bruigom licht vooruit
Naer den drempel van de Bruit.
Riccen volghde die hem leide
By de liefste, zijne trouw,Ga naar voetnoot38
Die beangst, en noch in rouw,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Noode van de speelnoots scheide,
Die haer troosten, daerze zit,
En de liefste om uitstel bidt.Ga naar voetnoot42
Schoone Jongkvrouw, root bekreeten,Ga naar voetnoot43
Sprack de Bruilofts-god, schep moedt.
45[regelnummer]
Vrees geen leedt, noch tegenspoet.
Leer uw moeders rouw vergeetenGa naar voetnoot46
Met de blyschap van de nacht,
Die een treurigh hart verzacht.
Wat aen moeder wert verloren
50[regelnummer]
Wint gy aen den Bruidegom
En zijn liefde wederom.
Heden is uw troost geboren,
En gy vint by uwen Heer
Uw verloren blyschap weêr.
| |
[pagina 632]
| |
55[regelnummer]
Purmerent zal u bejegenenGa naar voetnoot55
En begroeten in 't gemein,
Als gy met den Kastelein
Stadt en Beemsterlant komt zeegenen
Door de hoop van eene plantGa naar voetnoot59
60[regelnummer]
D'eere van uw trouwverbant.Ga naar voetnoot60
Op dien troost in haere smerteGa naar voetnoot61
Vaeght hy, die den trouwring gaf,
Haesje voort de tranen af,Ga naar voetnoot63
Strijckt de blooheit van haer harte,
65[regelnummer]
En zy volght hem, hant aen hant,
Naer de bruiloftsledekant.
Laet Ventidius beschermen
Zijne liefste, stil van aert,
Die zijn vaders stam bewaert.Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
Laet hem sterven in haere armen,
En verrijzen jaeren lang.Ga naar voetnoot70-71
Zingtze in slaep met dit gezang.Ga naar voetnoot72
J. v. Vondel.
|
|