De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
(1935)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 604]
| |
Spore voor den edelen en gestrengen heere, Christiaen Huigens, zoone van den heere van Zuilichem &c.aant.Ga naar voetnoot*Dat hy zyn Heer vaders gedichten het licht gunne.Zoon, vol geest, die uwen Vader
Afbeelt, niet alleen in print,Ga naar voetnoot2
Maer in deught en geest noch nader,
En zyn pen en gouden intGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
Nazweeft, die des Vorsten blaêren,Ga naar voetnoot5
In de legers, en in 't hof
Tekende, eene ry van jaeren,
Met onsterfelycken lof:
Die, in 't midden van het woelen,Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Ledige uuren stal, of vondt,Ga naar voetnoot10
Om den dichtlust frisch te koelen
Uit de hoefbron met den montGa naar voetnoot12
Het doorluchtigh nat te proeven,
Daer Apollo me vereertGa naar voetnoot14
15[regelnummer]
Die zyn hulp en gunst behoeven,
Door wiens kracht men profeteert:Ga naar voetnoot16
Christiaen, waerom verlangen
Wy zoo lang naer 't eeuwigh werck
Van uw vaders dicht en zangen,
20[regelnummer]
In Apolloos Duitsche kerck?Ga naar voetnoot20
| |
[pagina 605]
| |
Waerom wil dees zon niet klimmen
Die beneden d'oostkim staet?
Helpze eens rustigh op de kimmen,Ga naar voetnoot23
Na dien traegen dageraet.
25[regelnummer]
Duizent, duizent nachtegaelen,
Rondom Hofwyck, en den Haegh,
Zullen 't edel licht onthaelen,Ga naar voetnoot27
Even vrolyck, even graegh.Ga naar voetnoot28
Laet ons hart niet langer quynen
30[regelnummer]
Om het uitstel van dit licht,
Dat ons Neêrlant wil beschynenGa naar voetnoot31
Met zyn hemelsch aengezicht.
Wy verwachten met gebeden
Eenen bloemhof, milt van geur,
35[regelnummer]
Ryck door zyn verscheidenheden
Van gedaente en levend kleur;
Een bancket voor keurige oogen;Ga naar voetnoot37
Een muzyckfeest voor 't gehoor,
Als de ziel, om hoogh getogen,
40[regelnummer]
Naer de wolcken vaert deur 't oor.Ga naar voetnoot40
Wy verwachten gulde spreucken;
Aertige spitsvondigheên,Ga naar voetnoot42
Lessen, van geene eeuw te kreucken;Ga naar voetnoot43
Zedevormers van 't gemeen,Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Gestoffeerde gaeleryen,
Vol van kunst en weetenschap;
Tafereelen, waert te vryen;Ga naar voetnoot47
Honighkorven, zoet van sap.
Die nu boeckekamers zoecken
50[regelnummer]
Vinden, dan, in een trezoor,Ga naar voetnoot50
In een eenigh boeck, vol boecken,
| |
[pagina 606]
| |
Lugd. Bat. Apud Janssonios Van der Aa, Bibliopolas.
| |
[pagina 607]
| |
Wat ze oit zochten na en voor:
Al den dichtbergh in een' dichter,Ga naar voetnoot53
Keur van stof, en keur van maet,
55[regelnummer]
Kort of langer, zwaer of lichter,
En gepast op ieders staet.Ga naar voetnoot56
Leefde uw Vader voor een' ander,
Voor zyn lant, voor zich ten deel,
Laet ons hooren, 't een na 't ander,
60[regelnummer]
Wat de Hollantsche Orfeus speel'
Onder linde, in bosch, en dreven,Ga naar voetnoot61
Daer de beeck langs d'oevers streeft,
Alle zangers om hem zweven.
Eer hem dus, terwyl hy leeft.Ga naar voetnoot64
|
|