De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660
(1935)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 570]
| |
[Gedichten]Tooneelkrans Voor den Edelen Jongkheere, Nikolaes van Vlooswyk,aant.Ga naar voetnoot*Toen hy de rol van Filedonius of Lusthart, by Doct. Franciscus van den Enden, op 's Wijzemans spreuk, door zijne Latijnisten ten tooneele gevoert, zoo loflijk en stichtig uitbeelde.MACTE NOVA VIRTUTE, PUER.Ga naar voetnoot* O VLOOSWYCK, die van Bloemwijck naer 't LatijnGa naar voetnoot1
Uw' naem ontleent, hoe hebt ghy, in den schijnGa naar voetnoot2
Van Filedoon, ons met Latijnsche vaerzen
Gesticht, daar 't volck in d'overoude laerzenGa naar voetnoot4
5[regelnummer]
U heene en weêr zagh treên op 't hoogh tooneel!
Ghy toonde in 't klein wat Cebes tafereelGa naar voetnoot6
In 't groot elck leert met maght van personaedjen,Ga naar voetnoot7
Gevoert in 't perck der weerelt, vol stellaedjen,Ga naar voetnoot8
Vol aerdtsch gewoel. men zagh hoe wulpsche JeughtGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
Verdwaelt van 't padt en heilzaem spoor der Deught,
| |
[pagina 571]
| |
En endelijck, na doorgestrede elende,
Bereickt dit langgewenscht en zaligh ende,
Waertoe elck van den hemel is geschickt.Ga naar voetnoot13
Hoe heeft uw rol 't aenschouwers hart verquickt,
15[regelnummer]
Den geest gesterckt met eedle wieroockreucken
Van leeringen en goddelijcke spreucken!
De Wyzeman, die wulpscheit toomt door vreesGa naar voetnoot17
En schrick voor 't ende, ons naer den tempel wees
Van uw tooneel, met veelerhande staetenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Bekleet, daer ghy de weerelt leert verlaeten,
En d'ydelheit, die, als een mist, verdwijnt.
In leerzaem brein, waar 't hemelsch licht verschijnt.Ga naar voetnoot22
Wie vrolijck leert en sticht verdient Godts prijzen.Ga naar voetnoot23
De wijsheit is een zelve, 't onderwijzenGa naar voetnoot24
25[regelnummer]
In middelen verscheiden. Wijsheit spreeckt
In kercke, schoole, en schouburg: hier ontbreeckt
Geen tong, noch spraeck. zy kan oock zwijgend wercken
In 's menschen hart, en preeckt door stomme mercken:Ga naar voetnoot28
Want boeckstaef, verf, en print haer' zin beduit,
30[regelnummer]
En beelt voor oogh en brein haer ooghmerck uit.Ga naar voetnoot30
Zy dreigt, en noodt door straffen, en belooning,Ga naar voetnoot31
In schilderye of levende vertooningGa naar voetnoot32
Van goet en quaet, naer elx verscheiden aert,
Dat dwaelenden te recht brengt en herbaert.Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Zoo moet uw jeugt, gelijck een bloem, opluicken,Ga naar voetnoot35
En 's levens lent tot 's burgers heil gebruicken.
Wie vroegh aldus de slangen worgen kan,Ga naar voetnoot37
Ontwast de schoole, en wort een Staetnut man.Ga naar voetnoot38
J. v. Vondel.
|
|