De werken van Vondel. Deel 8. 1656-1660

[p. 216]

Op de Romainsche Historischilderyen, Opgehangen in de bvrgermeesterskamer, en haer vertreck;
geschildert door Ioan Lievensz, Govaert Flinck, en Ferdinandvs Bolaant.^*

Sunt hic etiam sua praemia laudi.

I.^I.
De Zoon van Fabius gebiet zijn' eigen Vader

Van 't paert te stijgen, voor Stadts eere en achtbaerheit,

Die kent geen bloet, en eischt dat hy eerbiedigh nader'.³

Dus eert een man den Staet in 't ampt, hem opgeleit.⁴

II.^II.
Op 's Burgermeesters wacht magh Rome veiligh slaepen,⁵

Als Markus Kurius, het aengeboden gout

Versmaênde, zich genoeght met een gerecht van raepen.

Zoo wort door Maetigheit en Trouw de Stadt gebouwt.⁸

III.^III
Fabricius houdt stant, in Pyrrhus legertenten.

Het gout verzet hem niet, door schandelijcke zucht,¹⁰

Noch elefants gebriesch, en felle dreigementen.

Zoo zwicht geen man van Staet voor gaven, noch gerucht.

J. V. VONDEL.

* Van 1656. Volgens de tekst van de afzonderlike uitgave in plano (Unger No. 754). Het motto, ontleend aan Aeneis I, 461, betekent: Aan de lofwaardige wordt hier de verdiende prijs geschonken. De schilderijen verheerliken de deugd der Romeinse consuls. Het stuk van Lievens siert de burgemeesterskamer, de beide andere zijn schoorsteenstukken in het burgemeestersvertrek, waar de oud-burgemeesters vergaderden.

I. Fabius: Quintus Fabius Maximus, zoon van de beroemde dictator. Toen hij consul was, gebood hij zijn vader, die geen aanstalten maakte om hem te begroeten, van het paard te stijgen. De vader, die hem op de proef had willen stellen, omarmde hem en prees hem dat hij zijn waardigheid had weten op te houden.

3 bloet: familiebetrekking.

4 den Staet: het staatsgezag.

II. Samnietiese gezanten wilden de consul Curius met goud omkopen, maar vonden de eenvoudige man aan een middagmaal van rapen, waaruit zij besloten dat hun poging vergeefs zou zijn.

5 Op 's Burgermeesters wacht: vertrouwende op de waakzaamheid van hun Consul; magh: kan.

8 gebouwt: tot bloei gebracht.

III Fabricius hield stand, toen Pyrrhus, koning van Epirus hem goud aanbood en daarna schrik trachtte aan te jagen door de plotselinge verschijning van een olifant.

10 verzet hem niet: brengt hem niet in verleiding; zucht: geldzucht.