Van 1656. Volgens de tekst in Hollantsche Parnas, 1660, blz. 146. Rycklof van Goens (1619-1682) woonde van zijn negende jaar in Indië en bewees de Compagnie belangrijke diensten, o.a. als commandant over de land- en zeemacht te Ceylon in 1653, waar hij met sukses de Portugezen bestreed. De 28ste Oktober 1654 vertrok hij als admiraal der retourvloot naar Nederland. De 22ste November 1656 aanvaardde hij weer de reis naar Indië, als admiraal der Compagnie-vloot. Dit gedicht moet dus vóór deze datum ontstaan zijn.