De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

[p. 596]

D.H. Andreas Deonyszoon Winius,aant.^*

zyne Zaerse Majesteits van Ruslants Commissarius, en Mosk: Olderman

De Kroon van Moskou, steil en hemelhoogh gerezen,

En van den Beer begrimt, die goude starren draeght,^{vs. 2}

Heeft WINIUS tot haer Bevelsheer uitgelezen,³

Den Olderman die zulx Alexeis oogh behaeght,⁴

Door zyn oprechte trou dat hy hem van zyn stranden,

Der Zaersche Majesteit ten dienst, den last betrout

Naer 's Gravenhaegh, den stoel der zeven vrye landen,⁷

In schyn, gelyck de Kunst zyn wezen hier ontvouwt.⁸

Dus leeft de man, die 't recht der Russen trou verdadight,⁹
Maer anders als zijn Zaer hem weder begenadight.¹⁰

J.v. Vondel

* Van 1653. Afgedr. volgens de tekst onder het door Cornelis Visscher getekende en gegraveerde portret (Unger: Bibliographie, nr. 483), dat Winius voorstelt in Russiese klederdracht. Andreas Dionyszoon Winius, zoon van een Hollandse vader, die zich te Moskou gevestigd had en een geschutgieterij bestuurde, was daar tot Olderman opgeklommen. Hij won het vertrouwen van de Czaar Alexis, die hem naar Holland zond om een grote partij oorlogsmateriaal te kopen, en verscheiden personen voor zijn meester in dienst te nemen.

vs. 2 van: door; den Beer die goude starren draeght: het sterrebeeld de grote Beer.

3 Bevelsheer: iemand die met een zending belast wordt (Ned. Wdb. II, 2323).

4 Olderman: een ambtelike titel; zulx: zozeer.

7 stoel: zetel van de regering.

8 schyn: gedaante.

9 verdadight: verdedigt.

10 Dit vers is mij niet duidelik. Bedoelt Vondel dat hij er anders zal uitzien, als hij weer in Rusland teruggekeerd zal zijn, en de genade van de Czaar geniet?