De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
(1931)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 532]
| |
Bisschoppelijcke Staetsi Der E. Heeren Karolus en Andreas,
| |
[pagina 533]
| |
Van vreught: vermits het hoogh autaer
Ziet neêrgeknielt dit heerlyck PaerGa naar voetnoot22
Om zyne wydinge eens t'ontfangen,Ga naar voetnoot23
Daer zoo veel harten naer verlangen.
25[regelnummer]
Men ziet hoe Triest, het licht van Gent,Ga naar voetnoot25
(Nu Oostenryck hen waerdigh kentGa naar voetnoot26
Te lichten, ieder in zyn landen)
Hun hoofden zegent met zyn handen,
Daer Nemius, het hooft van 't Schelt,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Hem bystaet met den jongen Helt,
La Torre, die, in ballingschappenGa naar voetnoot31
Verstooten, volght der ouden stappen,
En, door gedult beproeft, aldusGa naar voetnoot33
Den tittel van zyn Efesus
35[regelnummer]
Met Duitsche tittlen zal verrycken,Ga naar voetnoot35
Zoo Godtsvrucht 't vonnis koom' te strycken.
De lammers hupplen nu in 't rontGa naar voetnoot37
Om 't ronde Brugh en Roeremont.Ga naar voetnoot38
Men zoek' geen stoffen van Eneas,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Zoo lang ons KAREL en ANDREAS
Aen rymstof helpen met hun' staf.
Men kan van yeders myter af
Den zangk opheffen, en beginnenGa naar voetnoot43
Hoe zy hun kudde en koy beminnen,
45[regelnummer]
En leiden in 't beloofde Ryck;Ga naar voetnoot45
Een vaster borgh, en betre wyck
Dan daer de dwaelende Trojanen
Zich nedersloegen door veel traenen.Ga naar voetnoot48
Pamfilius omzichtigh ooghGa naar voetnoot49
50[regelnummer]
Bestraelt ons Neêrlant van zoo hoogh
Hy aen den Tyber zit verheven
Om Godt zyn offerrecht te geven;
Terwijl hy, onder zijn beleit,
De zielen zoo zorghvuldigh weit,
55[regelnummer]
En gaslaet door getrouwe Hoeders.Ga naar voetnoot55
| |
[pagina 534]
| |
Gezalfde Hoofden, Amptgebroeders,
Herboren beide op eenen daghGa naar voetnoot57
Tot last, en zorgen, en gezagh;
Gekoren meer tot last dan eere;
60[regelnummer]
Geen tegenspoet noch haet verkeere
Uw' lof in laster: onderhoudt
De vriendtschap, die een zelve zoutGa naar voetnoot62
Genuttight hebt, en in de scholen
Een' zelven meester bleeft bevolen,Ga naar voetnoot64
65[regelnummer]
In 't heiligh Rome en in Maestricht,
In Rome, daer de Bisschops plicht
Door lessen, en het levend voorbeelt,
Dat klaer van Godts Oraklen oordeelt,
U ingescherpt wierdt te gelijck.
70[regelnummer]
Volhardt, ten steun van Kristus Ryck:
Dat ghy uw kudden aen ziet groejen,
Zoo lang de Ley en Maes bevloejen
Uw vruchtbare oevers van weêrzy.
De hemel zette u krachten by.
1651. Te Brugge, op S. Apolinaris dagh. |
|