De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656
(1931)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 523]
| |
Op het Tafel-zilver, Gewrocht op 't Inhuldigen van den Doorluchtighsten Vorst en Heere,
| |
[pagina 524]
| |
Daer uw Historien niet levend staen geschreven,
20[regelnummer]
Zoo schoon, als Lukas oit die maelde met zijn hant!Ga naar voetnoot20
Het zy ghy Elimas in d'oogen hebt getroffen,Ga naar voetnoot21
Die uwen opgang pooght te stuiten in zijn vaert;
Het zy ghy 't lijck verweckt, dat slaeprigh neêr komt ploffen;Ga naar voetnoot23
Het zy ghy kreuplen heelt; of Christus eer bewaert,Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Door zweet-doeck, of door Riem, en bluscht den gloet der kortsen;Ga naar voetnoot25
Of bant den afgront uit des lichaems schors met kracht;Ga naar voetnoot26
Of zwarte kunsten helpt in brant met vier, en tortsen;Ga naar voetnoot27
Of sluit den kercker op door uw gebeên, by nacht;Ga naar voetnoot28
Of van een Pythonisse, een dochter, wort verdadight;Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Of zelfs van uw besneên gevangen, en gedreight,Ga naar voetnoot30
Tot dat zich met uw hooft des Keizers wrock verzadight,
En ghy u met gedult voor 't Zwaert ter aerde neight.Ga naar voetnoot32
Wy knielen voor 't Altaer, waer op ghy hebt geleden:
Wy knielen op uw Graf, en op uw kout gebeent:
35[regelnummer]
O licht van uw Hebreen, en alle Griecksche Steden,
Ja van den Weereltkloot, met zuchten oversteent,Ga naar voetnoot36
En tranen oversprengt: ô Vorst der Kruis-gezanten,Ga naar voetnoot37
Neem Munster, en uw Stift, en zijnen Vorst CHRISTOFGa naar voetnoot38
In uwe hoede, op dat hy 't Roomsch geloof magh planten,
40[regelnummer]
Ter eere van Godts Kercke, en 't onvergangklijck Hof.
Beschut den Hooft-pylaer der omgelege vlecken
En vesten, met die zorgh, waer me ghy dezen muur
Genadighlijck dus lang voor onheil kont bedecken,
In 't midden van een Zee, vol brant en oorloghs vuur.
45[regelnummer]
Dit vroom godtvruchtigh Volck, beschaduwt vry en veilig,Ga naar voetnoot45
Zal eeuwigh uwen lof ontvouwen voort en voort,
En slapen op de wacht van zijn' getrouwen Heiligh,Ga naar voetnoot47
Met JESUS, die zijn merck gedruckt heeft op hun poort.
Zoo bloeie al 't Bisschopdom, en ackerlant, en eicken.
50[regelnummer]
Zoo moet de Vorst en 't Volck zijn' hooghsten wensch bereicken.Ga naar voetnoot50
J.V. Vondel.
|
|