De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656(1931)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 495] [p. 495] Op den kopren Aertkloot door de Bewintheeren der Oost Indische Maetschappye Pantagoule, Prince van Makazar toegezonden.aant.Ga naar voetnoot* Tot eer van Hollants WaterleeuwGa naar voetnootvs. 1 Herschept de Kunst de kopere eeuw',Ga naar voetnoot2 Een ronde daer een kloecke vrouw, Een Pallas, wel in spinnen zou.Ga naar voetnoot3-4 5[regelnummer] Dien Aertkloot zent 't Oostindisch HuisGa naar voetnoot5 Den grooten Pantagoule t'huis, Wiens aldoorsnuffelende brein,Ga naar voetnoot7 Een gansche weerelt valt te klein. Men wensche dat zijn scepter wass',Ga naar voetnoot9 10[regelnummer] Bereicke d'eene en d'andere As,Ga naar voetnoot10 En eer het slijten van den tijtGa naar voetnoot11 Dit koper dan ons vrientschap slijt'.Ga naar voetnoot12 voetnoot* Van 1650. Afgedrukt volgens de tekst in Poëzy 1650, blz. 174. voetnootvs. 1 Hollants Waterleeuw: symbool van het zeevarende Hollandse volk. voetnoot2 Maakt de Kunst opnieuw een wereld, geheel van koper (woordspeling met de ‘gouden’ en de ‘zilveren’ eeuw). voetnoot3-4 Een ronde: een bol, ruim genoeg om een flinke vrouw met haar spinnewiel te bergen. Pallas Athene was de patrones van het spinnen. Haar beeld draagt in de linkerhand, in plaats van het schild, vaak spinnewiel en spinrokken. voetnoot5 Aertkloot: wereldbol, globe. voetnoot7 Voor wiens onderzoekende geest. voetnoot9 dat zijn scepter wass': dat zijn heerschappij zich verbreide. voetnoot10 As: pool. voetnoot11 het slijten van den tijt: de verslijtende tijd. voetnoot12 ons: Vondel spreekt hier uit naam van de Oost-Indiese Compagnie. Vorige Volgende