De werken van Vondel. Deel 5. 1645-1656

[p. 243]

Op een Medaillie Van Kornelis Tacitus.aant.^*

Het Roomsche raadhuys stont op diamante stijlen,^{vs. 1}
Toen 't over-oudt gezag van bondelen en bijlen²

Kornelis Tacitus, eerbiediglijck bescheen;

Daar, met den Tabbert aen, hy na den Raad quam treên.⁴

Geen koper beelt hem uit soo levende als syn bladen,⁵
En werelt-wys gestarnt van spreuken rijck geladen,⁶

En regelen van staat: welsprekentheyt, gepropt⁷

Met wijsheyt, heerelijk, en bondig, en beknopt.⁸

I.V.V.

* Van (of vóór) 1647. Afgedrukt volgens de tekst in I.V. Vondels Poesy 1647 II (beide delen), blz. 70. Van dit gedicht bestaat een onecht handschrift met de - nergens elders voorkomende - ondertekening I. Vondel (zie Oud-Holland II, 1884, blz. 308).
In 't opschrift: C. Tacitus (± 54-112 n. Chr.) is de bekende geschiedschrijver.

vs. 1 Het Roomsche raadhuys: de Romeinse staat; stont op diamante stijlen: op onverbrekelike zuilen, d.i. was stevig gevestigd.

2 bondelen en bijlen: de roedenbundel met de daarin gebonden bijl, het kenteken van de lictoren. die het eregeleide vormden van de hoge Romeinse magistraten.

4 met den Tabbert aen: de toga was de gewone dracht der vrije Romeinen. Hier is waarschijnlik de toga met purperen streep bedoeld, die de hogere magistraatspersonen droegen.

5 koper is in de uitgave van 1650 veranderd in zilver; syn bladen: zijn geschiedverhaal.

6 En: later veranderd in Met; gestarnt van spreuken: schitterende wijze uitspraken.

7 regelen van staat: staatmanswijsheid; gepropt: overvol.

8 bondig: met bindende kracht, overtuigend.