De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
(1930)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 634]
| |
Lyckzangk over Herman vander Pol,
| |
[pagina 635]
| |
En noch zes jaer in 't voorhooft ploegh',Ga naar voetnoot23
Eer 't leven hem vernoegh';
25[regelnummer]
Men maeit geen' roem van 't lange leven,
Dat vruchtloos heengedreven,
Gelijck een waterlooze wolck,
Onnut is voor het volck.
Laet andren ruim hun voordeel metenGa naar voetnoot29
30[regelnummer]
By 't kreuken van 't geweten;Ga naar voetnoot30
Het grootste voordeel spruit uit deught,
De bron van lof en vreught.
Wie volght dees baer onopgelezen?Ga naar voetnoot33
In rouw gekleede weezenGa naar voetnoot34
35[regelnummer]
En weduwen, en arm en rijck,
Vit liefde tot dit lijck,
Dat elck oneindelijck verplichte,Ga naar voetnoot37
En zijn genooten stichte.Ga naar voetnoot38
Zoo sta dees leste staetsi vol,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Ten roem van vader Pol.
| |
Grafschrift.aant.Ga naar voetnoot*Hier sluit de zerck den mont,
Die voor de vryheit dong,Ga naar voetnootvs. 2
En veilde noit zijn tong,
Toen 't weiflen veiligh stont.Ga naar voetnoot3-4
5[regelnummer]
De Raet het Weesboeck 't RechtGa naar voetnoot5
Elck tuight hoe Pol zich droeghGa naar voetnoot6
Gemeenzaem en oprecht.Ga naar voetnoot7
Hy storf dus out te vroegh.Ga naar voetnoot8
I.V. VONDEL.
t' AMSTERDAM, Voor JAN BENNING, Boeckverkooper aen de Beurs, in de vergulde Bijbel. 1645. |
|