De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

[p. 620]

Aen Jakob Heiblock.aant.^*

Justus Fide Vivit.^*

IAKOB, pryst ghy eeuwigh werck,^{vs. 1}
Bouw geen huis, veel min een Kerck
Op den veengront van elcks zin:
Want die gronden zacken in;
Schoon men hout noch HEIBLOCK spaer
Veengront dreight u met gevaer.
Bouw dan liever op een rots,
Hel en afgront zelf ten trots.^7-8
Bouw gerust op gront van steen,
Tytgemeen en plaetsgemeen.¹⁰
't ALTYT en het OVER-AL
Vreezen storm noch zwaeren val.

J.V. Vondel.
t'Amsterdam. 1645.
den 3en van Oegstmaent.

* Van 1645. Afgedrukt naar 't handschrift in Heiblock's Album amicorum, gereproduceerd bij Unger (1645, blz. 216).
Jacob Heiblock (1620-90) was de zoon van de pedel der Illustre Schole te Amsterdam, studeerde te Leiden en werd daarna benoemd tot praeceptor aan de Latijnse school aan de Nieuwe Zijde, later tot rector van de nieuwe school aan het Singel, waarin de beide Latijnse scholen waren verenigd onder één dak.

* Het motto is ontleend aan Gal. III, 11; over de tweezinnigheid, door Vondel bedoeld, leze men wat Lr. Molkenboer hier achter aantekent bij het titelblad der Altaergeheimenissen.

vs. 1 pryst ghy: hebt gij lof over.

7-8 ‘Op deze steenrots zal Ik mijne Kerk bouwen, en de poorten der hel zullen haar niet overweldigen’. (Matth. XVI, 18).

10 Altijd en overal dezelfde.