De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
(1930)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 548]
| |
Aen de Beurs van Amsterdam.aant.Ga naar voetnoot*Doorluchtigh koopslot, meesterstuck
Van keizer, die ons KoopgeluckGa naar voetnootvs. 1-2
Aen uw gerief zoo dier verplichte,Ga naar voetnoot2-3
Wat geest heeft uwen naem bedocht?Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
Spruit die van 't velt, dat Dido kocht,Ga naar voetnoot5
Toen zij haer hof en Koopstat stichte?
Of heeft de Beurs dien naem Gebaert,
De Beurs, die 't gelt met zorgh bewaert?Ga naar voetnoot8
Zoo blijf de Zedigheit bevolen:Ga naar voetnoot9
10[regelnummer]
Want schepen brieven, gelt en goet,Ga naar voetnoot10
En Beursgeloof is eb en vloet.Ga naar voetnoot11
De Beurs wort om haer gelt bestolen:
En wat 's een geldelooze Beurs?
Een koopmans gasthuis vol getreurs.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
De Beurs heeft oock haer Martelaren.
De winst verandert met den wint.
D'een mist het geen een ander vint.
'T is kunst te winnen en bewaren.
Uw wissel draeft vast op en neêr.Ga naar voetnoot19
20[regelnummer]
Dat postpaert maeckt wel knecht van heer,
En Reinout kan het schaers berijden.Ga naar voetnoot21
Het slaet dan voor dan achter uit,
En van ter zijde; en wort gestuit
Met smert; dies pas zijn hoef te mijden.Ga naar voetnoot24
25[regelnummer]
Verzekert ghij het zeegevaer;Ga naar voetnoot25
Wat borgh zal uw verzekeraer
| |
[pagina 549]
| |
Verzeeckren van uw scha te boeten,Ga naar voetnoot27
Daer 't grimmelt van onzekerheên?Ga naar voetnoot28
De terling geeft u zes, of een..Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Wie weet wat kans u zal gemoeten?Ga naar voetnoot30
Daer nu de zuil 't gewelfsel stut,
Doock eertijts, in zijn rieten hut,
De visscher, die met list van fuicken
Den gaeuwsten Aemstelvisch bedroogh,Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Daer Koopliên, onder uwen boogh,
Nu zon, nu regenbuy ontduicken.
Mistrouw dan vrij uw Koopfortuin.
Karthago leit bestulpt met puin,Ga naar voetnoot38
En waer is Tijrus? waer de muren
40[regelnummer]
Van Sidon, en zijn koopmansstraet?
Het Beursgeluck dat komt, en gaet.
'T geluck kan zelden steen verduren.Ga naar voetnoot42
Buersknecht.
|
|