| |
| |
| |
Afwijkende lezingen door Dr. C.C. van de Graft
Voor de wijze van bewerking zie men Deel 3, blz. 903.
DE KONINGKLYCKE HARP AEN KORNELIS VAN KAMPEN, blz. 53:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 177. - De uitgang -lijck is vervangen door -lick. 231 andre Poëzy 1650, blz. 280.
1 Davids Harp wil steecken naar de
13 levende
19 , en gelooft
87 Gods wijsheit en zijn wet de
109 onlijdelicke
114 heldre
121 heerlijckheit
133 , geen ram op 't offerfeest
141 kostelijck
154 heenedrijft
231 andre
Koning Davids Harpzangen, Amsterdam 1657, blz. 354. Titel: De Koninghlijcke Harp. De tekst volgt die van Poëzy 1650.
Poëzy 1682 I, blz. 455, eveneens.
Van Lennep III, blz. 716. - Unger 1639-1640, blz. 101.
DE ROOMSCHE LIER AEN DANIEL MOSTERT, blz. 61:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 173. - De uitgang -lyck is vervangen door -lick, behalve in vs. 38.
10 toen
17 maat
18 Sy
23 komt
38 Gewelkomt
79 hoop die
105 wen
Poëzy 1650, blz. 202, met dezelfde afwijkende lezingen als Verscheide Gedichten (doch in vs. 106: beschreielijcken), er zijn meer komma's aangebracht, en bovendien:
1 Flakkus lier wil steecken naer de
21 stoejende op
33 Tyrannenvlegels, helden,
36 scherpe [vroom en trots,
37 Hier varen
99 de wrecke
115 vriendenwelkomst
117 zegestaetsi
Q. Horatius Flaccus Lierzangen en Dichtkunst. In het rijmeloos vertaelt Door I.v. Vondel, Amsterdam 1654, blz. XI. - Dezelfde afwijkingen als Poëzy 1650, en bovendien:
11 Verdroncken
15 zonneschijn, of eene
23 d'ouderdom komt bloet
24 En 't vier
37 Op dezen klanck ten hemel varen in;
49 scheurt (drukfout?)
50 opeet
51 Hy zaeit
88 van ontelbaer
Q. Horatius Flaccus Lierzangen En Dichtkunst. In het rijmeloos vertaelt Door J.v. Vondel, Amsterdam 1656, ongepag., (blz. 11) met de voorafgaande tekst, beh. in 49, en bovendien:
28 heerlickheden
68 deerlick
97 goddelicke
112 Door heiloos
122 gansche
123 vriendelicke
Poëzy 1682 I, blz. 321, met dezelfde tekst van Poëzy 1650.
Van Lennep III, blz. 198. - Unger 1642-1645, blz. 140.
AEN ANTONIUS IULUS, blz. 66:
Poëzy 1682 I, blz. 440, met dezelfde tekst van de Hollantsche Parnas.
Van Lennep III, blz. 202. - Unger 1647-1660, blz. 343.
OP IOHANNA VOSSIVS, blz. 69:
Poëzy 1650, blz. 480, met dezelfde tekst van Verscheide Gedichten.
Poëzy 1682 II, blz. 76, eveneens.
Van Lennep III, blz. 179. - Unger 1639-1640, blz. 124.
OP GEERAERT VOSSIVS, DEN JONGE, blz. 69:
Poëzy 1650, blz. 471, met dezelfde tekst van Verscheide Gedichten.
Poëzy 1682 II, blz. 76, eveneens.
Van Lennep III, blz. 179. - Unger 1639-1640, blz. 12.
| |
| |
DE HONIGHKORF VAN DIRCK KASTELEYN EN ELIZABETH DE VRIES, blz. 70:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 364. In de titel: Wijze: Engelsche fortuin.
3 van bloessem, bloem, en kruit.
4 scheit 'er
10 slickt
11 Dies maack de Bruit het hooft niet kranck, noch zeer:
12 Bie
Het onderschrift ‘Slickt zoetjens’ ontbreekt.
't Amsteldams Minne-beeckje, Amsterdam 1645, blz. 304. In de titel: De Heunigh-korff .... Stemme: Engelsche Fortuyn.
6 En waerlijck
7 De
Het onderschrift is: I.V.V. Slickt soetjes.
Van Lennep III, blz. 470. - Unger 1639-1640, blz. 289.
JOSEPH IN DOTHAN, blz. 71:
1. Amsterdam 1644 (Unger: Bibliographie, nr. 335).
OPDRACHT:
Opschrift: Raedt en Rezident van haere Hoogheit van Hessen.
9 malkandere
25 Robbert van der Hoeven
27 tekeningen
42 zou
65 zijner halve
84 't en zy
90 op dat vrome
INHOUDT:
10 aenhielt
18 en, den
HET EERSTE BEDRYF:
4 aan het eind een komma.
5 achter hemelvooghts een komma.
29 ziet eens, hy ontwaeckt, om vrolijck met
71 jongelingk
120 malkandere
129 verstrecke
162 ringk
195 vast het hooft
198 te dwaes
202 geboge
213 plaetze
240 slechts
273 eere in
315 zie
321 Het hangt
382 jongste.... outste
395 en het ging'
468 het dient
469 komt
485 Syrie
538 die
553 henestuurde
564 smart
570 hun
588 overdwers
600 hy heeft
627 wellekom.... wellekom
642 siddrende
651 uitgekretene
653 slechts
687 hert
695 Het komt
708 ick zal
732 Levi: Hael op, hy is beneden:
807 , deze wangen,
825 langk
826 ondergangk
828 langkzaemheit
862 ick zit
888 Het past
896 langksaem
901 gewapenden genaecken
937 in 't beckeneel
944 die jongen
950 gelegenheit
953 den last
1051 zweemsel melt niet slaefs, maer eer een'
1069 dwers
1112 het wert
1158 zonaltaer
1161 staetsi
1192 langksaem
1209 Ick hoor
1262 hy lijdt
1361 afgeleefde en dorre
1367 betrouwen
1485 byzonder
2. Amsterdam 1644 (Unger: Bibliographie, nr. 338). De tekst stemt volkomen overeen met die van nr 1.
3. Amsterdam 1644 (Unger: Bibliographie, nr. 336). Stemt overeen met nr. 1, maar heeft bovendien de vormverschillen:
OPDRACHT:
31 herte
92 koninghlijcke
HET EERSTE BEDRYF:
49 malkanderen
112 derwaerts
131 zijn
155 na dees
170 stelt den
258 broederen
325 meeste
422 ontstelt
461 zie
576 gingk
617 drijf
820 droeve
941 billickheit
1229 Spalck....spalck
1279 heb
1280 slechts
1290 aan het eind een vraagteken.
1314 toon
1375 broedren zamen
1452 eigen
1460 geeft
1586 begraeft
4. Amsterdam 1644 (Unger: Bibliographie, nr. 339). De tekst stemt overeen met die van nr. 3.
5. Amsterdam 1644 (Unger: Bibliographie, nr. 337). Eveneens, doch met enkele drukfouten.
6. Amsterdam 1660 (Unger: Bibliographie, nr. 340). Deze tekst stemt overeen met die van nr. 1.
7. Amsterdam 1665 (Unger: Bibliographie, nr. 341), eveneens.
Van Lennep III, blz. 727. - Unger 1639-1640, blz. 125.
JOSEPH IN EGYPTEN, blz. 148:
1. Amsterdam 1644 (Unger: Bibliographie, nr. 356). Nadien is vervangen door naerdien, Zang door Zangk, ook in Tegen- en Toezang, staci door staetsi.
| |
| |
OPDRACHT:
3 Phaedre
9 nader
19 bruiloftsbedt
24 na het
31 gingk
99 voorhene
INHOUDT:
2 Koningk .... kamerlingk
HET EERSTE BEDRYF:
22, 49, 1009 jongelingk
136 En kan
149 hene
175 voorgangk
264 grooten .... van 't
359 zweemsel
501 toebetrout
512 poorte springt voor
513, 572, 576 altaer
669 ondergingk
755 oneerelick
789 heene
803 scha het al
834 betrouden
889 malkandre
898 gingk
927, 951, 1398 slechts
969 het schijnt
1030 het werd
1046 nu hier
1269 getrapt wiert
1278 Koningk
1309 Al waer 't
1317 Dewijl ick
2. Amsterdam 1644 (Unger: Bibliographie, nr. 357). De tekst stemt overeen met nr. 1, behalve:
755 oneerelijck
3. Amsterdam 1644 (Unger: Bibliographie, nr. 358). Stemt overeen met nr. 2.
4. Amsterdam 1644 (Unger: Bibliographie, nr. 359), als boven.
5. Amsterdam 1644 (Unger: Bibliograp., nr. 360). Stemt overeen met nr. 1, beh.:
755 onredelijcks
6. Amsterdam 1660 (Unger: Bibliographie, nr. 361). Stemt overeen met nr. 2.
7. Amsterdam 1664 (Unger: Bibliographie, nr. 362). Slordige uitgaaf met niet vermeldens-waardige afwijkingen, bijv. in de Opdracht:
3 Phoedre
12 Titel
14 aert een Huwelix-hater
31 Auterbeelt enz.
8. Amsterdam 1665 (Unger: Bibliographie, nr. 363). Stemt overeen met nr. 2.
9. Amsterdam 1671 (Unger: Bibliograp., nr. 364) heeft bijna alle dezelfde wijzigingen als nr. 1.
Van Lennep III, blz. 801. - Unger 1639-1640, blz. 221.
OP CORNELIS ANSLO, blz. 209:
Poëzy 1650, blz. 191, stemt overeen. - Poëzy 1682 I, blz. 578, eveneens.
Van Lennep III, blz. 170. - Unger 1639-1640, blz. 290.
OP DEN KOPEREN DUIM VAN 'T BEELT DES HARTOGEN VAN ALBA, blz. 209:
Van Lennep III, blz. 270. - Unger 1641-1642, blz. 6.
DANCKOFFER AEN DEN MAGISTRAET VAN AMSTERDAM, blz. 210:
Gebroeders, Amsterdam 1650 (Unger: Bibliographie, nr. 323 en 324).
12 beter
18 zwichten moeten
De ondertekening Yver ontbreekt.
Verscheide Gedichten 1644, blz. 219. - Dezelfde varianten, behalve in vs. 12,
Poëzy 1650, blz. 237, eveneens. - Poëzy 1682 II, blz. 385. ook.
Van Lennep III, blz. 209. - Unger 1641-1642, blz. 7.
I.V. VONDELS GEBROEDERS. TREUR-SPEL, blz. 211:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 340.
1 gruwzaem
Poëzy 1650, blz. 500, en Poëzy 1682 II, blz. 389, eveneens.
Van Lennep III, blz. 648. - Unger 1641-1642, blz. 8.
OP KASPER VAN BAARLE, blz. 211:
Poëzy 1650, blz. 188.
2 wackren
Poëzy 1682 I, blz. 585; ook.
Van Lennep IV, blz. 6. - Unger 1641-1642, blz. 1.
OP HET AFZETSEL VAN DEN HEERE GEERAERT VOSSIUS, blz. 213:
Plano-uitgave, Unger: Bibliographie, nr. 736. - Het eerste gedicht is hier het tweede, met opschrift: Anders op den zelven.
1 betrouw... achter verf een komma.
4 haer
5 achter sneeuwit een komma.
6 achter oprecht een komma.
Het andere gedicht stemt geheel overeen, behalve dat vs. 5 na boecken een komma heeft.
| |
| |
Verscheide Gedichten 1644, blz. 135. In de Titel: Op den Heer.... Kantelbergh. Het overige ontbreekt. De tekst stemt overeen met die van de plano-uitgave; zo ook bij het tweede gedicht.
Poëzy 1650, blz. 187. Stemt overeen met Verscheide Gedichten 1644.
Poëzy 1682 I, blz. 584, eveneens, doch in de titel: Vossius, Professor der Historien t'Amsterdam, en Kanonick.
Van Lennep IV, blz. 3. - Unger 1641-1642, blz. 1.
JOOST VANDE VONDEL, blz. 214:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 135. Titel: Op Vondel.
6 Dees
Poëzy 1650, blz. 188, stemt overeen met Verscheide Gedichten 1644.
Poëzy 1682 I, blz. 586. Titel: Op myne afbeeldinge door J. Sandrart.
Van Lennep IV, blz. 7. - Unger 1641-1642, blz. 6.
OP DOCTOR SAMVEL KOSTER, blz. 214:
Plano-uitgave, Unger: Bibliographie, nr. 736, stemt overeen.
Verscheide Gedichten 1644, blz. 135, ook.
Poëzy 1650, blz. 188. In de titel: Dokter.
2 den Doot
Poëzy 1682 I, blz. 585, stemt overeen met Poëzy 1650.
Van Lennep IV, blz. 7. - Unger 1641-1642, blz. 2.
OP D'AFBEELDINGE VAN IOACHIME SANDRART, blz. 214:
Versch. Gedichten 1644, blz. 191. - Titel: Op Joachime Sandrart van Stockau.
4 Aemstels
Poëzy 1650, blz. 191, stemt overeen met Verscheide Gedichten 1644.
Poëzy 1682 I, blz. 592, ook, behalve in de titel: Joachim.
Van Lennep IV, blz. 8. - Unger 1642-1645, blz. 166.
GRAFNAELT VAN 'S KONINGS STADTHOUDER IN YRLANDT, blz. 215:
't Leste Gespreck van.... Thomas Wentworth.... gewesene Viceroy van Yrlandt, op 't Schavot van Towerhill gedaen. z.pl. 1644, 4o, ongepagineerd (blz. 3). De tekst stemt overeen.
Poesy 1647 II (beide drukken) blz. 88, eveneens.
Poëzy 1650, blz. 457. - Onder het gedicht staat: Vertaelt uit Huigens Latijn.
Poëzy 1660, blz. 93, geen afwijking.
Poëzy 1682 II, blz. 10, volgt Poëzy 1650 en geeft bovendien het jaartal MDCXLI.
Van Lennep IV, blz. 112. - Unger 1641-1642, blz. 9.
OP DEN GRAEF VAN STRAFFORT, blz. 216:
Poëzy 1650, blz. 477, en Poëzy 1682 II, blz. 73, met dezelfde tekst.
Van Lennep IV, blz. 114. - Unger 1641-1642, blz. 11.
OP HET KRACKEEL DES DROSSAERTS VAN MUIDEN MET MEVROUWE VAN WICKVORT, blz. 217:
Poëzy 1682 I, blz. 404. In de titel: Wikkevort.
6 aan het eind een kommapunt.
41 slae
42 orde
Van Lennep III, blz. 724. - Unger 1641-1642, blz. 12.
OP DE SCHILDERIJ VAN MEJOFFER ANNA WYMERS, blz. 295:
Poëzy 1682 I, blz. 602; dezelfde tekst.
Van Lennep V, blz. 770. - Unger 1641-1642, blz. 93.
FRANCISCVS IVNIVS F.F., blz. 295:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 134. Titel: Op den edelen Heer Francois Ivnius.
1 des schilders
Poëzy 1650, blz. 187, met de tekst van Verscheide Gedichten.
Poëzy 1682 I, blz. 590, eveneens.
Van Lennep V, blz. 4. - Unger 1641-1636, blz. 96.
| |
| |
AENDEN LEEVW VAN HOLLANT, blz. 296:
Provisioneel concept ontwerp enz. (Unger: Bibliographie, nr. 384). Dezelfde tekst met verbetering van drukfouten.
Provisioneel concept ontwerp enz. (Unger: Bibliographie, nr. 385). Evenzo.
Versch. Gedichten 1644, blz. 343. - Titel: Op het uitmalen van 't Haarlemmer Meir. Aen enz.
2 groothartigh
4 van hartewee
5 deerlick
7 't oost en 't west
8 Naardien
9 Belust, om
12 d'Aemsterlanders
13 dees pest, die
14 en 16 aan het eind een punt.
18 achter ruimt een punt.
19 aan het eind een punt.
Poëzy 1650, blz. 515, met dezelfde tekst als Verscheide Gedichten 1644, behalve in 5.
7 't oost en west
18 achter ruimt een komma.
Poëzy 1682 II, blz. 548, als in Poëzy 1650.
Van Lennep IV, blz. 368. - Unger 1641-1642, blz. 94.
OP DE ZANGKVNST VAN DEN HEERE JOAN ALBERT BAN, blz. 298.
Verscheide Gedichten: 1644, blz. 226. In de titel: van Heer,
1 my eens
12 Wie blaackt....ick smilt.
Poëzy 1650, blz. 328. - Stemt overeen met Verscheide Gedichten 1644, en bovendien:
11 guntme
Poëzy 1682 II, blz. 470, stemt overeen met Poëzy 1650.
Van Lennep II, blz. 160. - Unger 1641-1642, blz. 97.
HENRIETTE MARIE T'AMSTERDAM, blz. 299:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 145. Titel: Henriette Marie Koningin van Groot Britanje, Vranckrijck, en Yrlant, t'Amsterdam. Aan hare Majesteit,
Het achtervoegsel -lijck is vervangen door -lick behalve in vs. 16, 43, 63, 67, 71, 99, 446 en 542.
155 die zuivre
243 in 't wilde woudt
263 Verstiet men u,
281 en eilanden te
285 den Nijt,
290 den buit, eer iemant
354 weerspannigheit van zinnen
394 en balssem voor de
Poëzy 1650, blz. 136. - Titel als in Verscheide Gedichten 1644.
9 bersten
171 Bouljon
214 Engelen voor over
243 Nijdigheit aen uwen Teems
251 weereltlicke
263 Verstiet men u,
265 oorelogh
290 den buit, eer iemant
319 met zwaerden, en met knodsen
323 zorgelick
354 , een zee van dolle zinnen
381 minnelicke
390 dwersstaf
392 reedlick
394 en balssem
405 overrucken
406 aen stucken
441 Des oorloghs
446 gruwlick
514, 519 deerlick
528 redelick
Poëzy 1682 I, blz. 171. - De tekst stemt overeen met Poëzy 1650, doch in de titel: Amsterdam. Semper honos, nomenque tuum, laudesque, manebunt. Aen enz.; bij vs. 274, 375, 377, 378, 383, 384 staan kanttekeningen, en onder het gedicht staat het jaartal MDCXLII.
Van Lennep IV, blz. 124. - Unger 1641-1642, blz. 99.
DE HYMEN VAN ORANJE EN BRITANJE, blz. 320.
Verscheide Gedichten 1644, blz. 233.
32 Onverrot en. onvergaen;
Poëzy 1650, blz. 331. - Stemt overeen met Verscheide Gedichten, en heeft bovendien oorlogh inplaats van oorloogh.
Poëzy 1682 I, blz. 607. - Stemt overeen met Poëzy 1650 en geeft de datering MDCXLII.
Van Lennep IV, blz. 143. - Unger 1641-1642, blz. 125.
AEN DE HOFSTEÊ VAN LAURENS BAECK, blz. 323.
Poëzy 1650, blz. 214.
2 we
Poëzy 1682 I, blz. 334, stemt overeen met Poëzy 1650.
Van Lennep III, blz. 168. - Unger 1641-1642, blz, 130.
AEN DEN HEER MATTHEVS VOSSIVS, OP ZYN HVWELYCK MET IOHANNA VAN VEEN, blz. 324:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 271.
28 Moet beurt om beurt
| |
| |
Poëzy 1650. blz, 371. In de titel: Jonkvrouwe
3 pappier
28 als boven.
Poëzy 1682 I, blz. 709, stemt overeen met Poëzy 1650.
Van Lennep IV, blz. 372. - Unger 1641-1642, blz. 131.
OP HET PATER NOSTER DES ZALIGEN VADERS EN APOSTELS VAN OOST-INDIEN, FRANCOIS XAVEER, blz. 325.
Poëzy 1650, blz. 308.
12 kostelijck
Poëzy 1682 I, blz. 469.
12 kostelijk
35 Chine
Van Lennep IV, blz. 364. - Unger 1642-1645, blz. 100.
NASOOS HELDINNEBRIEVEN, blz. 327:
Van Lennep IV, blz. 159, drukt de omgewerkte tekst van David van Hoogstraten af. -Unger 1641-1642, blz. 135, drukt afvolgens het kladhandschrift, maar niet geheel nauwkeurig. Onze uitgave is opnieuw naar het handschrift afgedrukt. Zie verder de aantekeningen.
DAVIDS TRANEN OF BOETPSALMEN, blz. 523:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 382.
De 37. Psalm:
3 Nadien
De 50. Psalm:
28 hert
De 101. Psalm:
52 Barmhartigheit
122 onsterflick
De 129. Psalm:
20 barmhertigheit
De 141. Psalm:
18 tsidderen, te
32 den gene
46 billickheit
48 lieflick
Poëzy 1650, blz. 560.
De 6. Psalm:
1 strafme
2 leghme
5 geneesme
6 siddren
21 wert
De 31. Psalm:
18 vergaeftme
33,34 de haakjes ontbreken.
De 37. Psalm:
1 strafme
3 Nadien
49 verlaetme
De 50. Psalm:
52 versaeght
De 101. Psalm:
28 daeghlijx
53 Barmhartigheit
101 ruckme
De 129. Psalm:
20 barmhertigheit
De 141. Psalm:
2 uwe ooren
18 sidderen, te
32 den gene
39 Ontruckme
Koning Davids Harpzangen, Amsterdam 1657.
Opschrift: De vj. Harpzang. Domine, ne in furore.
1 me
2 leghme mijne
5 me
6 siddren
8 zal ze u noch
16, 27 ging
20 root en blint
21 wert
22 Om zoo
23 wijckt, vertreckt van my altsamen,
Opschrift: De xxxj Harpzang. Beati quorum remissae sunt.
3 Godts gena
10 mijne elendt,
14 mijne ongerechtigheden
18, 23 me
24 Voor al (drukfout?)
25 'K zal uw verstant, zeght Godt, verwecken,
26 En dezen wegh,
32 dees gebreken
39 Verheugh verbly
Opschrift: De xxxvij. Harpzang. Domine, ne in furore tuo.
1 me
2 Uw toren gloeit om mijn
6 , waerdigh te beweenen,
16 legge in
20 mijne oogen
21 quam teffens op my aen,
22 En viel met maght
23 verr'
24 van al die naer mijn leven staen:
30 Gelijck de
33 Naerdien ick heb mijn hoop gezet op
35 Ick sprack
39 ter straf
41 'K beken recht uit hoe
42 legge
48 Naerdien ick hou de rechte en wisse baen.
49 me
52 Mijn Godt, mijn heil, behouder, stut, en Heer.
Opschrift: De L. Harpzang. Miserere mei, Deus, secundum.
1 elende
4 uit mijn dootschult, al te quaet.
5 Och, wasch
10 Opdat
13 Want merck ick
21 ick sneeuw
23 al vreught en blyschap
25 Mijn Heer, och
27 worde
29 en wil, en lust
30 me, o Heer
31 me
32 Uw (foutief voor u) heilighlijck
33 bortelen
35 wortelen
38 na
39 De reuckelooze
40 naer zyn'
42 Ontslame
48 uw offerhande ontsteecken:
50 Brandtoffer (zonder 't)
51 En gy verkiest
55 bloey', zoo groey'
58 verquickt wort door
59 opofferen
| |
| |
Opschrift: Cj. Harpzang. Domine, exaudi orationem meam.
2 klimm' tot u
3 niet zoo schuw,
4 Van my, als 't hart,
9 Dewijl
10 een roock
13 achter hoy een komma.
22 Geleeck in
23 Den pellikaen, heel stuur,
28 My schendigh
31 Dewijl
32 In ste
34 Des kelcks
35 Verplet my voor uw oogh,
36 Dien gy verhieft zoo hoogh.
47 outste
50 Aan 't heiligh Sion
52 Barmhartigheit
56 Alreede.
61 De Heiden zal vertsaegen
65 Dewijl
72 zulcke aenbiddren
76 Heel net beschreven
83 uit gevaer
84 , hardt en zwaer;
85 van hun
93 Daer weerelden voor
94 een hart
98 van mijn
99 Ontdeckme
101 ruckme
111 , en vergaen,
126 eeuwige
Opschrift: De Cxxix. Harpzang. De profundis clamavi.
5 op 't
17 Betrouwt zich op zijn wacht,
21 En rijckdom
Opschrift: De Cxlij. Harpzang. Domine, exaudi orationem meam.
2 uwe
4 aen verzoening zelf verbont.
5 nu mewaerdigh
6 toezegt zoo rechtvaerdigh.
11 dus verbolgen
18 siddren
24 alom
30 geest en hart zijn gansch
32 den geene
33 zinckt in eenen
34 Dewijl
39 ontruckme
52 Dewijl
Van Lennep VII, blz. 160. - Unger 1642-1645, blz. 87.
OP DEN HEERE PIETER CORNELISZ. HOOFT, blz. 535:
Planodruk, Unger: Bibliographie, nr. 736; stemt overeen.
Verscheide Gedichten 1644, blz. 133; eveneens.
Poëzy 1650, blz. 185. - In de titel: Op den Heer
Poëzy 1682 I, blz. 584; stemt overeen met Poëzy 1650.
Van Lennep IV, blz. 6. - Unger 1641-1642, blz. 3.
SPORE AEN DEN HEER HOOFT, TOT VOLTRECKING SIJNER AENGEVANGE NEDERLANTSCHE HISTORIE, blz. 535:
Van Lennep III, blz. 268, - Unger 1641-1642. blz. 4.
DEN CXIX PSALM, blz. 537:
Poëzy 1650, blz. 577.
7 bevryme
Koning Davids Harpzangen, Amsterdam 1657, blz. 298.
Opschrift: De Cxix. Harpzang. Ad dominum cum tribularer.
4 uit dien
6 Verloste in noot.
7 bevryme
8 Van 't
11 die d'eer kan wonden,
12 En 't goet misduit?
18 , en schrickt.
28 pais voor 't algemeen,
29 Zy troffen my uit
30 En zonder reên.
Van Lennep ontbreekt. - Unger 1642-1645, blz. 180.
VIT DEN CXVIII PSALM, blz. 538:
Poëzy 1650, blz. 578.
11 billyckheit
17 verberghme
33 Ontlastme
39 schimpelijck
62 Herschepme
70 onderwijsme.
81 Geleyme
Poëzy 1682 II, blz. 485, evenzo.
Koning Davids Harpzangen, Amsterdam 1657, blz. 286.
Opschrift: De Cxviij. Harpzang. Beati immaculati in via.
Voor de geheel afwijkende bewerking van Gimel en Daleth, elk van 16 verzen, zie Dl. 6.
Van Lennep IV, blz. 378. - Unger 1642-1645, blz. 181.
PSALM CXXV, blz. 541:
Poëzy 1650, blz. 582.
15 vrolijck
17 endelijck
19 verheerlijckt
Koning Davids Harpzangen, Amsterdam 1657, blz. 304.
Opschrift: De Cxxv. Harpzang. In convertendo Dominus captivitatem.
| |
| |
1 van d'elende
6 Was 't hooghtijt onder ons Hebreen.
9 sleipen
12 blijde
13 heiden stack
14 wie
15 Aldus zijn keel op ring by ring:
17 endelijck
18 Des zoons,
19 verheerlickt dien
20 En eenigen en outstgeboren.
23 lagh gekloncken.
24 van zijn'
25 Hy slaecke 't
26 Met kracht,
27 van de beecken
28 Met water oppropt,
29 En loopen over kant en zoomen:
34 Geduldigh op een nieuw
38 Met traenen 't velt te gaen bespreien,
39 van die
40 weest getroost uw wensch
41 na'et keeren
42 winste.... in de
Van Lennep ontbreekt. - Unger 1642-1645, blz. 185.
PSALM CXXII, blz. 543:
Koning Davids Harpzangen, Amsterdam 1657, blz. 301.
Opschrift: De Cxxij. Harpzang. Ad te levavi oculos meos.
10 dienstmaeght verwacht
12 Dus oogen
15 Ontferm
18 Door trots, en overdaet;
Van Lennep ontbreekt. - Unger 1642-1645, blz. 187.
OP DE BRVILOFT VAN CORNELIS LE BLON, GETROUWT MET IONGKVROUW ELIZABETH VAN DEN KERCKHOVE, blz. 544:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 272, stemt overeen met de plano-druk.
Poëzy 1650, blz. 372.
39 oorloghs
49 volge 't
Poëzy 1682 I, blz. 710, volgt Poëzy 1650.
Van Lennep III, blz. 185. - Unger 1642-1645, blz. 103.
OP DEN HEER DIEDRICK DE VLAMING VAN OVTSHOREN, blz. 547:
Poëzy 1650, blz. 479, stemt overeen met Verscheide Gedichten 1644.
Poëzy 1682 II, blz. 74, ook.
Van Lennep IV, blz. 22. - Unger 1642-1655, blz. 106.
AEN DE BEURS VAN AMSTERDAM, blz. 548:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 217.
Achter vs. 29 een punt, de ondertekening Buersknecht ontbreekt.
Poëzy 1650, blz, 235, stemt overeen met Verscheide Gedichten 1644.
Poëzy 1682 I, blz. 351. Achter vs. 29 dubbele punt, de ondertekening ontbreekt.
Van Lennep IV, blz. 22. - Unger 1642-1645, blz. 107.
AEN DE BEVRS VAN AMSTERDAM, blz. 549:
Poëzy 1650, blz. 236.
32 aen 't
Poëzy 1682 I, blz. 352, stemt overeen met Poëzy 1650.
Van Lennep IV, blz. 24. - Unger 1642-1645, blz. 111.
REYVAN BACCHANTEN, blz. 552:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 361. In de titel ontbreekt: Stemme: Als 't begint. Ook Ontbreekt in het eerste vers van iedere strofe de herhaling der twee laatste lettergrepen. De volgorde van de strofen is hier: 3, 6, 7, 8, 5, 4, 9.
6 sprongk
10 spietsen
14 Most
15 Een
18 Wist naulix
24 Dan
25 hallef naackt
29 schaamte oock
30 dit
32 En toen
33 Sliep Bacchus
46 wijnstock
51 uit zijn
52 entlick
55 smeetze
56 werden
58 hangtze
59 Tot haar
60 Zijn lief dees glori schonck.
Poëzy 1650, blz. 528, stemt overeen met Verscheide Gedichten 1644, en bovendien:
18 naulijx
52 entlijck
57 heerlijck
Poëzy 1682 II, blz. 450, stemt overeen met Poëzy 1650.
Van Lennep III, blz. 287. - Unger 1642-1645, blz. 113.
BYSCHRIFTEN OP DE TWALEF MAENDEN, Opgehangen te Mvnchen, in de galerye zijner Doorlvchtigheit van Baiere, En geschildert door Ioachime Sandrart, blz. 554:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 329; geen afwijkingen. - Poëzy 1650, blz. 507, evenmin.
Van Lennep IV, blz. 9. - Unger 1642-1645, blz. 154.
| |
| |
DE DAGH EN DE NACHT, blz. 568:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 331, dezelfde tekst.
Poëzy 1650, blz. 510 en Poëzy 1682 II, blz. 570, ook.
Van Lennep IV, blz. 12. - Unger 1642-1645, blz. 158.
KLAGHTE OVER DE WEERSPANNELINGEN IN GROOT BRITANJE, blz. 571:
Plano-druk, Unger: Bibliographie, nr. 400 en 401.
20 Edvard
45 oorlogs-temmer
't Leste Gespreck van.... Thomas Wentworth, pl. ontbr., 1644, 4o, ongepagineerd (blz. 4).
2 's werrelts
30 hert
Der Poëten Vegtschool, z. pl. en j. [Amsterdam 1645], ongepagineerd (blz. 4), stemt overeen met de tekst van de plano-uitgaaf.
Afgedrukt achter Maria Stuart, Keulen (Amsterdam) 1646 (Unger: Bibliographie nr. 431 en 432.
56 't Roomsch altaer
Maria Stuart, Keulen (Amsterdam) 1646 (Unger: Bibliographie, nr. 433, 434, 435, 436).
46 oorloghsstemmer
56 't Roomsch altaer
Poesy 1647 II (beide delen), blz. 85.
20 Eduart
36 Na
45 oorlogs-temmer
Poëzy 1650, blz. 415.
35 Naer
45 oorloghstemmer
Poëzy 1660, blz. 90, stemt overeen met Poesy 1647 II
Poëzy 1682 II, blz. 139, als in Poëzy 1650.
Van Lennep IV, blz. 388. - Unger 1642-1645, blz. 120.
MORGENWECKER DER SABBATISTEN, blz. 574:
Der Poëten Vegtschool, z. pl. en jaar [Amsterdam 1645], ongepagineerd (blz. 12), stemt overeen met de plano-uitgaaf.
Poesy 1647 II (beide delen), blz. 89.
17 Na
19 buldren, en dit
63 na
Poëzy 1650, blz. 417, geen afwijkingen.
Poëzy 1660, blz. 94.
19 buldren, en dit
63 na
90 Admirael
95 na
Poëzy 1682 II, blz. 142; als in Poëzy 1650.
Van Lennep IV, blz. 391. - Unger 1642-1645, blz. 123.
HET RADT VAN AVONTUREN, blz. 577:
't Leste Gespreck van... Thomas Wentworth, 1644, 4o, ongepagineerd (blz. 10).
5 steerlinx
34 prachers - buyck
Der Poëten Vegtschool z. pl. en j. [Amsterdam 1645], ongepagineerd (blz. 8), als boven.
Poesy 1647 II (beide dln.), blz. 92. - Poëzy 1660, blz. 98. - Poëzy 1682 II, blz. 218, ook.
Van Lennep IV, blz. 394. - Unger 1642-1645, blz. 127.
OLYFTACK VAN ZIJNE HEILIGHEIT INNOCENT DE TIENDE, blz. 579:
Der Poëten Vegtschool z. pl. en j. [Amsterdam 1645], ongepagineerd (blz. 7), stemt overeen met de plano-uitgaaf.
Poesy 1647 II (beide dln.), blz. 116.
22 oorlogs
Poëzy 1650, blz. 297. - Poëzy 1660, blz. 124, en Poëzy 1682 I, blz. 459, ook.
Van Lennep IV, blz. 411. - Unger 1642-1645, blz. 131.
OP ZIJN HEILIGHEIT, INNOCENT DEN TIENDEN, blz. 582:
Poëzy: 1682 I, blz. 544, met dezelfde tekst.
Van Lennep IV, blz. 412. - Unger 1642-1645, blz. 131.
AEN DEN EDELEN HEER FRANCOIS IVNIVS. F.Z., blz. 583:
Verscheide Gedichten 1644, blz. 227. Achter de titel: Op den Wetsteen der Vernuften.
Poëzy 1650, blz. 241, evenzo.
Poëzy 1682 II, blz. 241. Achter de titel: Op den wetsteen der vernuften, door Jan de Bruine.
Van Lennep V, blz. 4. - Unger 1642-1645, blz. 134.
| |
| |
AEN DEN HEER IOACHIM VAN WICKEVORT, Ridder, Agent van hare Hoogheit van Hessen, blz. 585:
Verscheide Gedichten: 1644, blz. 228, geen afwijkingen.
Poëzy 1650, blz. 243, en Poëzy 1682 II, blz. 243, evenmin.
OP MARIA DE BRVNE, blz. 586:
Joan de Brune, de Jonge, J.C., Wetsteen der Vernuften II, Amsterdam 1659, blz. 75, met dezelfde tekst. (In de Wetsteen der Vernuften 1644 komt het gedicht niet voor).
Poëzy 1650, blz. 480 en Poëzy 1682 II, blz. 85, met dezelfde tekst.
Van Lennep V, blz. 6. - Unger 1642-1645, blz. 138.
OP DEN HEERE MICHAEL LE BLON, blz. 587:
Poëzy 1650, blz. 183. In de titel: Heer.
Poëzy 1682 I, blz. 573. In de titel: Heer.... Grootbrittanie.
Van Lennep III, blz. 280. - Unger 1642-1645, blz. 139.
OP DEN ZELVEN DOOR DEN RIDDER VAN DYCK GESCHILDERT, blz. 587:
Poëzy 1650, blz. 183, en Poëzy 1682 I, blz. 573, met dezelfde tekst.
Van Lennep III, blz. 280. - Unger 1642-1645, blz. 139.
GEBOORTEKRANS VOOR IONGKVROUW KATARYNE KERCKRINCK, blz. 588:
Poëzy 1650, blz. 234. In de titel: Jongkvrouwe Katrine.
15 wiert
20 staetsi
26 Bevint dat hy geluckigh is.
Poëzy 1682 II, blz. 96, stemt overeen met Poëzy 1650.
Van Lennep III blz. 724. - Unger 1642-1645, blz. 146.
GEBOORTEZANG, blz. 589:
Poëzy 1682 II, blz. 97, met dezelfde tekst.
Van Lennep IV, blz. 758. - Unger 1642-1645, blz. 147.
WAERSCHVWING AEN WYBRANT DE GEEST, SCHILDER, blz. 589:
Poëzy 1650, blz. 240.
5 terreght vrouw Natuur
Poëzy 1682 I, blz. 354, als Poëzy 1650.
Van Lennep IV, blz. 18. - Unger 1642-1645, blz. 147.
OP HET GROOT ALTAARSTUCK, den Sint Sebastiaen, geschildert door Joachime Sandrart, voor het doorluchtighste hof van Baiere, blz. 590:
Poëzy 1650, blz. 315.
18 raecktme
Poëzy 1682 II, blz. 324, als Poëzy 1650, en in de titel: Joachim.
Van Lennep IV, blz. 14. - Unger 1642-1645, blz. 149.
OP ST. MARIE MAGDALEEN, DOOR SANDRART GESCHILDERT, blz. 591:
Poëzy 1650, blz. 311.
22 vrolijckheit
Poëzy 1682 II, blz. 320, stemt overeen met Poëzy 1650.
Van Lennep IV, blz. 13. - Unger 1642-1645, blz. 151.
SPIERINGS GESTALTWISSELING, blz. 593:
Poëzy 1650, blz. 393.
11 wenschelijxsten
Poëzy 1682 I, blz. 730, als in Poëzy 1650.
Van Lennep III, blz. 544. - Unger 1642-1645, blz. 152.
OP SCHILDERKUNST, TEKENINGEN, EN MARMERBEELDEN, TEN HUIZE VAN SANDRART:
De brant van Troje, door Raphaël Vrbijn, blz. 594:
2 Engelsch kunstpenseel
37, 38 Fenix
Poëzy 1650, blz. 276. In de titel: Op den.... Urbyn geschildert.
Poëzy 1682 II, blz. 347; als in Poëzy 1650.
Van Lennep V, blz. 527. - Unger 1642-1645, blz. 159.
| |
| |
Op den Val der Reuzen, door Iulius Romain getekent, blz. 596:
Poëzy 1650, blz. 277 en Poëzy 1682 II, blz. 349, stemmen overeen met Versch. Ged. 1644.
Van Lennep V, blz. 528. - Unger 1642-1645, blz. 161.
De Kristdoop Gemaalt door Pauwels Veroner, blz. 597:
Poëzy 1650, blz. 287, en Poëzy 1682 II, blz. 317. In de titel: Veronees.
Van Lennep V, blz. 525. - Unger 1642-1645, blz. 162.
Op Iupijn en Leda, blz. 598:
Poëzy 1650, met het opschrift ‘Op Marmerbeelden’.
Poëzy 1682 II, blz. 350. Titel: Op de Marmerbeelden van Jupyn en Leda.
Van Lennep V, blz. 529. - Unger 1642-1645, blz. 163.
Op Plato, en Aristoteles, blz. 598:
Poëzy 1650, blz. 278. Titel: Plato enz.
4 goddelijck
Poëzy 1682 I, blz. 582; als in Poëzy 1650.
Van Lennep IV, blz. 38. - Unger 1642-1645, blz. 163.
Op Marck Aureel, en Faustine, blz. 599:
Poëzy 1650, blz. 279. Titel: Marck enz. - Poëzy 1682 II, blz. 325, als in Poëzy 1650.
Van Lennep V, blz. 531. - Unger 1642-1645, blz. 164.
OP DE VYF ZINNEN, blz. 600:
Poëzy 1650, blz. 511.
6 het is
12 noch 't waer
24 , en koker.
Poëzy 1682 II, blz. 571; als in Poëzy 1650.
Van Lennep V, blz. 523. - Unger 1642-1645, blz. 167.
LYFWACHT VOOR MEESTER SYBRANT HANSSEN KARDINAEL, blz. 601:
Poëzy 1650, blz. 514, en Poëzy 1682 II, blz. 577, volgen Verscheide Gedichten 1644.
Van Lennep III, blz. 440. - Unger 1642-1645, blz. 171.
DOOTSHOOFT, blz. 601:
Poëzy 1650, blz. 499.
10 terwijlghe
Poëzy 1682 II, blz. 525; evenzo.
Van Lennep IV, blz. 386. - Unger 1642-1645, blz. 173.
OP DEN IAGER VAN EICKHOF, blz. 602:
Poëzy 1682 II, blz. 456, volgt Verscheide Gedichten 1644.
Van Lennep VI, blz. 175. - Unger 1642-1645, blz. 175.
MAYDEVNTJES OP IONGKVROU ANNA ENGELS GEBOORTEDAGH, blz. 602:
Poëzy 1650, blz. 526.
10 vlughtge
18 vrolijk
Poëzy 1682 II, blz. 454, volgt Poëzy 1650.
Van Lennep IV, blz. 117. - Unger 1642-1645, blz. 174.
VITBREIDINGE DES LXXXVI PSALMS, blz. 604:
Poëzy 1650, blz. 329. In de titel: der Katholijcke Kercke.
23 allerhanden
28 Zone
33 bouwde een nieuw Jeruzalem
Poëzy 1682 I, blz. 475, als in Poëzy 1650.
Van Lennep ontbreekt. - Unger 1642-1645, blz. 176.
KRVISKLAGHT DER ZALIGE KRISTMOEDER EN MAAGHT MARIA, blz. 606:
Poëzy 1650, blz. 574.
14 deerlijck
25 moederlijcke
26 Stortme mê
33 Krachtelijck
Het Welrieckende Bloemen-Kransken, Antwerpen 1662, blz. 139. - Titel: Kruys-klaght. Stabat Mater Dolorosa, etc. Met dezelfde wijzigingen als Poëzy 1650, maar hart(e) is vervangen door hert(e), en bovendien:
1 bekreten
4 sy
5 betreurd' en droevich
6 sweirt door
9 aan het eind een uitroepteken.
18 t'onder (drukfout?)
Poëzy 1682 II, blz. 497; als in Poëzy 1650.
Van Lennep IV, blz. 361. - Unger 1642-1645, blz, 177.
| |
| |
HET CHRISTELIJK GEDULD, blz. 608
Poëzy 1647 B, blz. 157, met dezelfde tekst.
Poëzy 1650, blz. 318.
2 in een
4 eenen kouden
6 gestarrent
11 van gloet
12 berst
15 geschockte
17 veer
18 Maer och
19 heeft nochtans hier vrienden
20 Doch flaeuwe
22 d'anderen
25 dat' er
26 in afgepijnt
29 Een schat
Poëzy 1660, blz. 169, met dezelfde tekst van Poesy 1647 II (beide dln.)
Het gedult, De Waterbel, En den vergeten borger. Gedichten voor den oprechten Patriot. z. pl. 1672, 4o, blz. 1. Titel: Het Gedult. Met dezelfde afwijkingen van Poëzy 1650 in 2, 4, 11, 12, 15, 17, 19, 22, 25, en bovendien:
5 bernt
6 gesternt
9 klaerheid
18 Maar al
20 Doch flaeuwe herten
Poëzy 1682 I, blz. 471; als in Poëzy 1650.
DE BEEMSTER, VOOR KAREL LOOTEN, blz. 609:
Poëzy 1650, blz. 514.
12 gemeenlijck
Poëzy 1682 II, blz. 548. Titel: Op den Beemster.
12 gemeenlijk
Van Lennep IV, blz. 366. - Unger 1642-1645, blz. 172.
KLAGHTE AEN JOACHIME SANDRART, blz. 610:
Poëzy 1650, blz. 413.
7 oorloge, en
8 naer
32 naer
47 in aller geesten weide
Poëzy 1660, blz. 108.
7 oorlog en
Poëzy 1682 II, blz. 137; als in Poëzy 1650.
KLAGHTE OVER HET VERONGELUCKEN DER KERCKE VAN SINTE KATHARINE, T'AMSTERDAM, blz. 612:
Plano-uitgaaf (Unger: Bibliogr., nr. 406) met dezelfde tekst; het onderschrift ontbreekt. Der Poëten Vegtschool z. pl. en j. [Amsterdam 1645], ongepagineerd (blz. 14), volgt plano-uitgaaf Unger: Bibliographie, nr. 406.
Poëzy 1647 II (beide dln.), blz. 96.
25 kartouwen
49 Katharine (drukfout?)
Poëzy 1650, blz. 411.
17 de schatten
Poëzy 1660, blz. 101.
2 blauwen
25 kartouwen
49 Katharine
71 werd
Poëzy 1682 II, blz. 135; als in Poëzy 1650.
|
|