De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
(1930)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendOp het Pater Noster des zaligen Vaders
| |
[pagina 326]
| |
Ter goeder ure quamGa naar voetnoot11
Zoo kostelick een schatGa naar voetnoot12
Als ghy, van AmsterdamGa naar voetnoot13
In mijn Geboortestadt;
15[regelnummer]
Van onsen Amstelvliet
Aan d'eere van den Rijn:
Daar Medices verliet
Des levens zonneschijn,
Op 's hemels welbehagen,
20[regelnummer]
Vit lust tot schooner dagen.
Ter goeder ure en tijt
Bespreeckt haar MajesteitGa naar voetnoot22
Uw waarde, aan Godt gewijt,
(Eer zy van d'aarde scheit)
25[regelnummer]
Aan Jesus Maatschappy:
Op dat dit overschotGa naar voetnoot26
Des Heilighs Keulen zy
Een prickel, om met Godt
Om hoogh, van hier beneden,
30[regelnummer]
In een gespreck te treden.
Zoo tradt d'Apostel voor,
Die Indien doorzworf,Ga naar voetnoot32
En kruiste, op Thomas spoor,Ga naar voetnoot33
Eer hy ontydigh storf;
35[regelnummer]
Daar China voor hem lagh.
Hoe worstelde zijn hoop,
Om, zonder bloet, en slagh,
Te winnen 't nieuwe Euroop.Ga naar voetnoot37-38
Men hoort dien Helt noch spreken
40[regelnummer]
Door dit Gebedeteken.Ga naar voetnoot40
|
|