De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645

(1930)–Joost van den Vondel– rechtenstatus

 
Dits IVNIVS, Der Schilders Rechte hant,
 
Zijn Bloet is Eel, Noch Eeler zijn Verstant.
 
I.V. Vondelen.

voetnoot*: Van 1641. Afgedrukt naar het onderschrift onder het portret van Junius, gegraveerd door Wenceslaus Hollar, naar de schilderij van A. van Dyck (Aetat. 49), dat voorkomt in: ‘De Schilder-konst der Oude, begrepen in drie Boecken, door Franciscus Junius. Middelburgh, 1641’. 4^o. Een deel der overvloedige hoofdletters is natuurlik te stellen op rekening van de graveerder. F.F. achter de naam is afkorting van Francisci Filius: Franciscuszoon.
Franciscus Junius (1589-1676), groot taalgeleerde, zoon van gelijknamige Leidse hoogleraar. Oorspronkelik Remonstrants predikant, week hij na het tekenen van de Akte van Stilstand uit naar Engeland, waar hij dertig jaar lang bibliothecaris was bij Thomas Howard, graaf van Arundel te Oxford. Hij maakte er een lijst op van diens schilderijen en antieke beelden, hetgeen hem aanleiding werd tot het schrijven van bovengenoemd boek. Junius was een zwager van Gerard Vossius.