De werken van Vondel. Deel 4. 1640-1645
(1930)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekendOp Geeraert Vossivs, den jonge.aant.aant.Ga naar voetnoot*Verstant, in honighraat gedoopt,Ga naar voetnootvs. 1
Geleertheit, daar al 't huis op hoopt,
Had Geeraert, die, zoo vroegh,
Zijn broeders overwoegh;Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
En dreighde alree des vaders Faam
En vlught te volgen, als zijn naam:Ga naar voetnoot6
Maar 't hemelsche besluit
Trock hem zijn slaghveêr uit.
Hy viel in 't eerste van zijn vlught.
10[regelnummer]
Hier merckt hy 't zant, gelijck een vrucht,Ga naar voetnoot10
Vroegh rijp, en vroegh verrot.
Een ieder treckt zijn lot.
|
|