Van 1637. Afgedrukt volgens de tekst in Bloemkrans van Verscheiden Gedichten, Amsterdam, 1659, blz. 50.
Dit puntdicht slaat op Simon Engelbrecht, die in 1637 regent van de schouwburg was. Dat hij te Aken geboren was, blijkt uit het register van kerkelike huweliksproclamaties op het jaar 1631.
Akervarken: een met eikels gemest varken, vet varken (als scheldwoord gebruikt; vgl. de kanttekening bij Haec libertatis ergo, vs. 81), hier woordspeling met Aken. Ook in de toevoeging Akenaar schuilt een hatelikheid, omdat Aken in de volkstaal gold als de stad der dwaasheid (Ned. Wdb. II, 12).