De werken van Vondel. Deel 3. 1627-1640
(1929)–Joost van den Vondel– Auteursrecht onbekend
[pagina 498]
| |
Behovde reis aen Willem Pizo,aant.Ga naar voetnoot*Graef Maurits van Nassaus Docktor,
| |
[pagina 499]
| |
Geen Roomsche Pizoos noch hun zoonen,Ga naar voetnoot26
Wier oude en lang bekende naam
Noit quam ter ooren hun, die woonen
In d'andre weerelt wijt en zijt,
30[regelnummer]
Ontdeckt by onzer oudren tijdt.Ga naar voetnoot30
Dat wenscht u mijne Poëzy,
Waar na uw drooge lippen dorsten.
Dat wenschen hartelijck met my
Zoo veel geleerde en brave borsten,
35[regelnummer]
Die deerlick op den oever staan,Ga naar voetnoot35
En sterven, nu ghy t'zeil moet gaan.
|
|